Amber Lalieu
Maastricht, 1997
Maastricht Academy of Fine Arts and Design
“Vaak zien mensen mij als onverschillig en een beetje lui. Ik kan inderdaad een week keihard werken, maar daarna zomaar twee weken vrijwel nietsdoen. Mensen die zeggen dat ze altijd iets te doen hebben, wantrouw ik. En anders is het niet gezond. Wie steeds maar doorgaat, kan nooit afstand nemen. Ik geloof zo in de kracht van verveling dat ik er mijn theoretische reflectie over heb geschreven.
Ik schilder en ik drum. Met een bassist heb ik ooit in de Gashouder hier in Maastricht gespeeld. Steeds herhaalden we hetzelfde patroon. Dan kom je op een gegeven moment in een roes, waarin je jezelf kunt verliezen. Dat streef ik ook na als ik in mijn atelier bezig ben. Dat het op een gegeven moment als vanzelf gaat.
Meestal werk ik met spuitbussen. Eindeloos spullen op goedkope materialen als verpakkingsplastic voor meubels leggen, spuiten en ze weer weeghalen. Ik ben benieuwd naar wat er dan overblijft en zoek een bepaalde leegte.
Een zekere vluchtigheid vind ik ook belangrijk. Vandaar die materialen. Ik werk nu ook met folie dat wordt gebruikt bij het maken van zeefdrukken. Dat breekt op een mooie manier. Tegelijkertijd hebben die keuzes iets lastigs, want als ik straks ook werk wil verkopen mag het niet zo vergankelijk zijn. Maar het eindresultaat spuiten op linnen bevalt me niet. Ik moet nog wat anders zien te vinden.
Tot voor kort waren de muziek en de kunst gescheiden werelden. Mijn drumstel stond wel in mijn atelier, maar meer voor momenten dat ik even wat anders wilde doen. Tot docenten op de academie zeiden: waarom combineer je de twee niet? Eigenlijk ligt dat best voor de hand. Schilderen is ook componeren. Muziek maken is ook componeren. Het een loopt in elkaar over. Bij beide ben ik op zoek naar eenzelfde soort flow.”