Sinds anderhalf jaar is Jos Roeden intendant van het Symfonieorkest Vlaanderen in Gent. EMILE HOLLMAN zocht hem op in zijn woonplaats Eijsden, bijna 200 kilometer verderop. ‘Vlamingen weten veel beter dan Nederlanders waar ze vandaan komen.’
Als jongetje zag hij zijn oom met de basklarinet door de straten van Eijsden marcheren. Het maakte zoveel indruk dat de kleine Jos ook lid werd van de plaatselijke harmonie Sainte Cécile.
Muziek zou de allesbepalende factor worden in het leven van Jos Roeden (Beek, 1979). ‘Muziek heeft mijn leven verrijkt. Dat gun ik anderen ook. Daarom doe ik dit werk.’ Hij studeerde klarinet aan het conservatorium en Kunst en Zaken aan de Universiteit Leiden. Bij het toenmalige Limburgs Symfonie Orkest speelde hij nog even als invaller mee, waarna hij definitief de afslag nam naar een baan achter de schermen. Als programmeur klassieke muziek begonnen bij Parkstad Limburg Theaters in Heerlen schoof hij in 2014 door naar de Philharmonie Zuid-Nederland. Sinds 2023 is hij intendant van het Symfonieorkest Vlaanderen in Gent.

Jos Roeden: ‘Wanneer de musici het podium betreden, ga ik in de zaal zitten.’ foto Philip Driessen
Sinds de overstap verblijft hij vier dagen per week in Gent, vrouw en drie kinderen bleven achter in het Zuid-Limburgse Eijsden. ‘Het lijkt me niet goed om hen vanwege je eigen carrière uit hun vertrouwde omgeving te halen. Dat is wel eens eenzaam, maar aan de andere kant ook een heerlijke afwisseling. Ik heb de afgelopen maanden in Vlaanderen zoveel nieuwe indrukken opgedaan en mensen leren kennen; die ervaring doe je alleen op door uit je comfortzone te stappen.’
Gent is zo’n stad waar cultuur nog met een hoofdletter wordt geschreven. Volgens Roeden heeft het met opvoeding en opleiding te maken. ‘Vlamingen weten veel beter dan Nederlanders waar ze vandaan komen, kennen hun geschiedenis en weten dat je daar een reflectie van terugziet in de kunst. Ik heb altijd het idee dat je als kunstenaar in Nederland moet legitimeren wat je doet. In Gent heb ik dat totaal niet.’
Bij de Philharmonie Zuid-Nederland, inmiddels herdoopt tot Philzuid, hield hij zich bezig met het artistieke beleid. In Gent heeft hij alle touwtjes in handen, inclusief algemene en zakelijke leiding. Dat betekent naast scouten, contacten onderhouden met artiesten en podia ook personeelsbeleid, bedrijfsvoering én visie ontwikkelen en uitdragen. ‘Als intendant kan ik op alle mogelijke manieren richting geven om het orkest zo goed mogelijk voor de dag te laten komen.’
Wat bij Symfonieorkest Vlaanderen ook anders is dan bij zijn vorige werkgever: de zalen zitten vol. ‘Ik heb dat nooit eerder meegemaakt; we kunnen maar net voldoen aan de vraag.’
En dat terwijl in Gent, met het hoogste cultuuraanbod per inwoner in Vlaanderen, de concurrentie groot is. Volgens Roeden voelt het orkest zich thuis in de stad, met muziekcentrum De Bijloke als thuisbasis. Daarnaast onderhoudt het orkest eigen concertseries in Brugge en Antwerpen. ‘Bijna driekwart van de 56 vaste muzikanten is Vlaming; dat is heel bijzonder. We krijgen in verhouding weinig subsidie, een fractie van wat de orkesten in Antwerpen, Brussel of Philzuid krijgen. Daarmee bereiken we in verhouding veel publiek. De meeste muzikanten werken ook als docent aan een muziekacademie of conservatorium. Die afwisseling wordt gekoesterd en houdt het spelen in het orkest fris. Wat wil het publiek? Wat willen wij het publiek bieden? Op basis daarvan stellen we het orkest samen.’
Zijn eigen muzikale voorkeuren zitten bij hedendaagse interpreten van klassiek als Currentzis, Antonini en Fischer. ‘Hoe zij met hun orkesten nieuw licht laten schijnen over werken die ik dacht te kennen. Ik probeer nieuwsgierig te zijn, nieuwe muziek en musici te leren kennen via mijn vak. Het nadeel van veel en kritisch luisteren is dat je minder vaak verwonderd raakt. Het gebeurt maar een paar keer per jaar dat ik echt weggeblazen word. Laatst was ik bij het Boedapest Festival Orkest en hoorde ik de Vijfde van Mahler; zoveel kwaliteit en opofferingsgezindheid van het orkest. Alles werd één.’
‘Het mooie van een orkest is dat ieder individu zich opoffert voor het geheel’
Intussen ziet hij van nabij hoe het klassieke muzikale landschap verschraalt, hoe muziekscholen en orkesten verdwijnen. Hoewel ze muziek lang geassocieerd hebben met papa die vaak van huis is, spelen zijn kinderen alle drie een instrument. ‘Ze zijn er zelf achter gekomen wat het hen kan brengen, hoe leuk het kan zijn, hoe het is om opgenomen te worden in een harmonie. Ik herken daarin veel van mezelf. Via de uitvoering van grote symfonische werken door harmonie – en fanfareorkesten ging een wereld voor me open. Zo heb ik het symfonische repertoire leren kennen. Ik zie mijn kinderen nu hetzelfde doen, maar dan met film- en pretparkmuziek. Het mooie van een orkest is dat ieder individu zich opoffert voor het geheel.’
Past hij zich als intendant aan het veranderende publiek aan? ‘Wij bieden een veelzijdigheid aan activiteiten aan. Niet alleen in de concertzaal, maar ook daarbuiten, op onverwachte plekken. Onze kracht zit in de klassieke canon, wij proberen heden en verleden met elkaar te verbinden. Muzikale kracht kan culturen, generaties en de tijdsgeest overstijgen.’
In de concertpraktijk wil hij minder de aandacht leggen bij uitvoerder en uitvoering, en meer focussen op de maatschappelijke relevantie van het werk. ‘We hebben het niet meer over de Negende van Beethoven, we vertellen het verhaal hoe het Europa van nu is veranderd ten opzichte van het Europa ten tijde van Beethoven. Over de tegenstelling tussen de verbroedering waar Beethoven in de Negende toe oproept en de individualisering in de huidige tijd.’
In oktober zwaait de chef-dirigent Kristiina Poska na zeven jaar af bij Symfonieorkest Vlaanderen. De Estse wordt opgevolgd door de 29-jarige Martijn Dendievel uit Brugge. ‘We zochten naar iemand die de kwaliteit die Poska heeft gebracht vast kan houden en het orkest vaker buiten de concertzaal kan brengen.’
Dendievel werkte als scholier in de garderobe van het Brugse Concertgebouw om zo gratis concerten te kunnen bijwonen. Als assistent-dirigent schuift hij nu door om vanaf 2026 chef-dirigent te worden. Roeden: ‘Hij belichaamt het verhaal dat wij willen vertellen: dat we lokaal verankerd zijn, een blik op de wereld hebben en heel open in de muziek staan.’
En de klarinet, heeft hij geen heimwee naar het instrument, naar zelf muziek maken? ‘Nee, ik ben te kritisch op mezelf. Spelen in de wetenschap dat ik het niveau van toen niet meer kan halen, is alleen maar frustrerend.’ Daar staat tegenover dat hij, doordat hij de hele dag met muziek bezig is, nog altijd denkt als een muzikant. ‘Als intendant maak ik de hele muzikale reis mee, ik zoek en creëer met het orkest wat er te horen zal zijn. Alleen die allerlaatste stap zet ik niet meer. Wanneer de musici het podium betreden, ga ik in de zaal zitten.’
symfonieorkest.be