Met Never Be Scared/Don’t Be a Hero maakte Moss de meest bejubelde Nederlandse gitaarpopplaat van 2009. Een gesprek met zanger/gitarist Marlien Dorleijn over een voormalige schuilkelder, zijn muzikale roots en de platenkast van zijn ouders. “Het lijkt alsof ik de toekomst heb voorspeld.”
Een klein dorp in Essex, even buiten Londen. Een verbouwde schuur in een doorregend Engels landschap. Songs van Fleet Foxes en de alternatieve Franse gitaarpopband Phoenix blazen door de speakers. In deze inspirerende omgeving werden de nummers van Never Be Scared/Don’t Be a Hero van Moss geboren. Frontman Marlien Dorleijn: “We moesten gewoon even met de band op vakantie om te ontsnappen aan de dagelijkse beslommeringen van de grote stad. Geen vriendin of vrienden die je constant mailen of bellen. We zaten met allemaal op één lijn. Het nummer I Like the Chemistry geeft die gevoelens weer.”
De zelfopgelegde afzonderingsperiode leverde een verzameling nummers op, die vanaf de eerste luisterbeurt de indruk wekken dat ze er altijd al zijn geweest. Pakkende melodieën, psychedelische gitaren, afwisselende ritmes en doeltreffende zangharmonieën kleuren de plaat. Dorleijn noemt het een “typische laagjesplaat”. Met oog voor de kleinste details werden de losse onderdelen ambachtelijk aan elkaar gesmeed. Zo werden de zangpartijen vastgelegd in een voormalige schuilkelder in het Amsterdamse Vondelpark. Dorleijn: “We hebben daar ons oefenhok. Die lege ruimtes hebben een fantastische galm. Vroeger had elke studio een galmkamer, zoals die aan de beroemde Abbey Road. Toen je dat effect ook uit een ‘kastje’ kon toveren, werd de galmkamer overbodig.”
De akoestische gitaar, die Moss’ debuutplaat The Long Way Back uit 2007 domineerde, is nergens meer te horen. “Onze eerste plaat heb ik voor meer dan de helft bij me thuis opgenomen. Ik luisterde destijds veel naar Elliot Smith en kwam zelf met de ideeën en onderwerpen op de proppen. Pas later kwam de band erbij en dat hoor je. Ons nieuwe album hebben we met zijn allen, als groep, gemaakt.” Dorleijn, die tien jaar geleden als singer-songwriter De Grote Prijs van Nederland in de wacht sleepte, denkt niet dat Moss zijn definitieve sound heeft gevonden. “Een liedje moet ook een echt liedje zijn. Dat geldt nog steeds, maar met deze plaat durfden we dat idee ook los te laten. We wilden grenzen opzoeken en onze uitersten ontdekken. Ik luister nu naar bandjes die ik vorig jaar helemaal niet kende. Daardoor word je geïnspireerd om nieuwe dingen te maken. Vergelijk het met Radiohead. Een band die zichzelf nooit herhaalt, die zichzelf blijft ontwikkelen. Dit album geeft precies aan waar we nu staan, maar vanuit deze tussenhalte reizen we door naar de volgende plaat.”
Op Never Be Scared… hoor je in de verte de hele popgeschiedenis aan je voorbij trekken. “Ik luisterde vroeger naar de muziek die mijn ouders in de platenkast hadden staan, zoals The Beatles en de zoete albums van The Carpenters. Later, toen hij in bandjes ging spelen, luisterde Dorleijn veel naar Nederlandse gitaarbands. Bettie Serveert covert op hun comebackalbum zelfs een van Dorleijns songs. “De beste plaat van 2009 was voor mij I Should Really Whisper van liedjesschijver Jurre de Haan.” Dat is niet toevallig een album van Excelsior Recordings, de Amsterdamse stal waar ook Moss een plekje heeft gevonden. Hij is fan van Johan en Daryll-Ann, bands die ook bij Excelsior zitten.
Oorspronkelijk was het de bedoeling om een conceptplaat te maken, maar daar zag Moss uiteindelijk vanaf. Volgens Dorleijn kent het album wel degelijk een centraal thema dat de afzonderlijke nummers aan elkaar knoopt. “De plaat gaat over verandering. Op dit moment zit ik middenin een verhuizing. Het lijkt alsof ik de toekomst heb voorspeld. De veranderingen spelen op verschillende niveaus. In de omgeving, in de band, maar vooral in mijn hoofd.” Heeft hij daar een logische verklaring voor? “Het hele leven is natuurlijk een opeenvolging van veranderingen. Sommige mensen kunnen daar heel goed mee omgaan. Anderen, zoals ikzelf kunnen slecht tegen veranderingen. Daarom schrijf ik er liedjes over. Ik moet lang van te voren weten wat er gaat gebeuren, want anders kan ik erg uit mijn doen raken.” Als songwriter lukt het hem om de veranderingen in zijn leven een positieve draai te geven. “Wat er nu met de band gebeurt, is te gek. Optreden geeft ons veel nieuwe energie. Als band gaan we gemakkelijker en beter spelen. Het maakt me relaxed en ik ga nog meer nieuwe dingen uitproberen. We zitten in een buzz; de adrenaline giert door mijn lijf. Als ik wakker word, wil ik maar één ding: nieuwe nummers schrijven.”
Moss speelt op 13/01 in de Muziekgieterij Maastricht, op 16/1 op het Noorderslag Festival in Groningen en op 22/1 in Perron55 in Venlo. www.mosstheband.com
Moss: “We zitten in een buzz.” Foto: Vrederick Photography