Ik kocht een zak met bloed in de supermarkt, plus spray met korting, ook met bloed. En in een oude toiletzak zocht ik naar bloedpillen. Ik vond er twee. Het was een groot geluk. Daarna trok ik de crèmekleurige pyjama van mijn grootvader aan, die met het bruine biesje aan de kraag en het katoenen lint aan de gulp. 

Wat is dat met vrouwen die hun aantrekkelijkheid nooit of te nimmer willen laten varen? Met halloween verkleden ze zich in een vriendelijke heks of een knokkelprinses van Pixar. Wat scheelt er met lieden die spuwen op halloween! Ik spuwde bloed op de stoep, had een bokaal met rattenvergif (wasabinoten) en excuseerde me omdat ik te laat was: ‘De buurvrouw slachten duurde langer dan gedacht.’

Lang leve het griezelfeest! Drie jongetjes luisterden hoe ik de Bietebauw voorlas, een gedicht uit 1911. Zonder medelijden. Soms is miserie alleen maar een verzinsel.

Recht naar bedde komt hij, boe,
doe maar zere uw oogjes toe,
of ge ziet de zijne!
Grijp, grap, grimmeland,
zonder lip of zonder tand,
grijp, grap, grauw!
de bietebauw!

Op het menu stonden oogballen, kindervingers, vleestaart en spinnenkoppen. We aten en we lachten. Terug thuis, nam ik een selfie. Ineens zag ik op wie ik leek, op Robert De Niro in Cape Fear, maar moedelozer. Daarna veegde ik het bloed van mijn gezicht, waste de spray op zestig graden en ging slapen zonder het bed vuil te maken.

Ik weet niet waar ik de veiligheid van 2023 aan heb verdiend, maar ik heb haar met overgave gevierd. Bang zijn is een luxe, vooral als je het niet hoeft te zijn.