Bij Jesse Passenier wordt kruisbestuiving tot kunst. De carrière van de jonge componist neemt een vlucht met een muziekprijs, prestigieuze opdrachten en een opvallend cd-debuut. En dan is er nog, vertelt hij aan MARK VAN DE VOORT, zijn passie voor vechtsport Cheng Hsin.

Crossover is in grote delen van muziekland verworden tot een hippe marketingterm. Tegelijkertijd opent de kruisbestuiving tussen genres als jazz, klassiek en pop voor veel jonge musici en componisten interessante nieuwe klankwegen.

Bij de jonge Eindhovense componist, arrangeur en musicus Jesse Passenier zit de kruisbestuiving diep verankerd in de muzikale genen. Of het nu jazz is of klassiek, Passenier is er van jongs af aan mee vertrouwd. Een componist van deze tijd. Met het binnenhalen van de Rogier van Otterloo Award 2017, voor meest talentvolle componist en arrangeur, geldt Passenier helemaal als grote muziekbelofte.
De prijs is een erkenning voor jaren hard werken. Voor het Metropole Orkest schreef Jesse Passenier (Zutphen, 1985) ruim zeventig arrangementen, daarnaast werkt hij voor grensverleggende muziekensembles als het Rosa, Clazz, Nederlands Blazers Ensemble en Noordpool Orkest. Als componist kan hij zijn ei kwijt met zijn eigen Fluid Orchestra. Dit voorjaar verscheen de eerste cd van hun project Lit Scenes op de markt. Een opvallende debuutrelease, begeleid met een heuse videoclip.

Een prille muziekcarrière in een flinke stroomversnelling. Passenier zit er middenin. In zijn jeugd waren de voortekenen overduidelijk zichtbaar. Een eigengereide knaap die wist wat hij wilde. “Als vijfjarige zong ik al mee met mijn moeder die zangdocente is. Daarna ging het rap. Vanaf mij tiende ben ik gaan drummen, en twee jaar later volgde de piano. Pure luxe dat we zo’n vleugel in huis hadden. Ik leerde mezelf piano spelen, dat ging hand in hand met componeren. Ik bedacht stukjes, soms had ik geen flauw idee wat ik aan het doen was. Als tiener verzamelde ik op een gegeven moment zelfs instrumenten zoals een vibrafoon en saxofoon. Een heel hok vol.”

Hij groeide op in Zutphen, en zou later via Maastricht in Eindhoven belanden. “Aan het Maastrichtse conservatorium ben ik drums gaan studeren, maar ik switchte na twee maanden al naar componeren.” De wereld lag open. Het klassieke, romantische repertoire kende hij van zijn moeder, maar met zijn vader ontdekte hij de jazz. “We bezochten het North Sea Jazz Festival. De orkestrale klankwereld van jazziconen als Gil Evans en Miles Davis sprak me enorm aan. Doorslaggevend was de suite Pluto and Beyond van jazzcomponist Jens Winther die ik op de radio hoorde. Symfonisch, jazz, klassiek, big band, er zat alles in. En het voelde zo natuurlijk aan. Ik heb nooit doelbewust naar die crossover klankwereld gezocht, maar uiteindelijk heb ik het voor mezelf ontdekt. Het was vanzelfsprekend.”

Jesse Passenier: “Ik ben heel wat van mezelf tegengekomen waar ik nog niet mee klaar ben.” foto Perry Schrijvers

Op zijn debuut-cd Lit Scenes is Passeniers crossover visioen fraai uitgekristalliseerd. Een concertwerk voor zijn flexibele Fluid Orchestra, nu met het Dudok-strijkkwartet en vier improviserende musici. Centraal staat het indrukwekkende Eerste Strijkkwartet van Passenier, dat wordt gelardeerd met sprankelende suites voor octet. Muziek die melancholie en tederheid uitstraalt. “Opvallend is dat ik de drums heb weggelaten, en dat voor een drummer”, vertelt de componist vergenoegd. “Ineens is er een hoop ruimte. Voor mij was het een bewuste keuze voor meer openheid. Ik wilde de zachte dynamiek van een strijkkwartet opzoeken. Jazz en klassiek voelen hier vertrouwd aan.”
Met Lit Scenes gaat Passenier de emotionele diepte in en verwijst hij naar zijn liefde voor de natuur. Muziek met een filosofische insteek. “Natuur en muziek kunnen je zoveel geven. Ieder deel op de plaat staat voor een diep gevoel. Luister bijvoorbeeld naar het tweede strijkkwartetdeel Beyond the Summit. Daarin verklank ik dat onbeschrijfelijke onderbuikgevoel als je de top van een hoge berg hebt bereikt. Ergens is dat de angst om je helemaal over te geven.”

Die filosofische geaardheid is terug te voeren op Passeniers hartstocht voor de vechtsport Cheng Hsin. Vlak voor zijn conservatoriumtijd ging hij ruim zeven maanden in training in San Antonio, Texas. Op het Cheng Hsin-centrum leerde hij de fijne kneepjes van deze in Amerika ontwikkelde vechtstijl die invloeden omarmt uit sporten als tai chi, judo en boksen. “Cheng Hsin betekent zoveel als Ware Natuur van het Zijn. Een onderzoekende vechtsport die je confronteert met jezelf. Ik ben heel wat van mezelf tegengekomen waar ik nog niet mee klaar ben. Van onderdrukte angsten tot vaste reactiepatronen. Hoe ga ik met mezelf om en hoe kan ik effectiever worden in het leven?” Levenslessen die Passenier ook in zijn compositiepraktijk meeneemt.

Zo is hij steeds slagvaardiger in het vinden van opdrachten. “Momenteel componeer ik meer dan ik arrangeer. Die autonome vrijheid bevalt me, als arrangeur voel ik me meer dienend.” Zo schrijft hij nu het stuk Saturn voor de combinatie van Philharmonie Zuid-Nederland en Brabants Jeugd Project Orkest, een gloednieuw orkest met jong muziektalent uit de provincie. “Samen vormen ze een honderdkoppig orkest, en klinkt er een ware synergie tussen oud en jong, traditie en nieuw.”

Daarnaast ligt er een grote compositie voor zijn Fluid Orchestra in het verschiet voor 2019. “Een multidisciplinaire improvisatie met muziek, dans, lichtkunst en visuals waarin ik echt op onderzoek ga. De titel is Reality and the Bridge. Ja, die filosofische geaardheid van mij is nooit ver weg.”

Jesse Passenier, Saturn. Première door de Philharmonie Zuid-Nederland en Brabants Jeugd Project Orkest. Op 26 juni in Theater aan de Parade in Den Bosch. philharmoniezuidnederland.nl