Bij het verschijnen van de biografie Zwaag herlas WIDO SMEETS het prachtige essay dat Joost Zwagerman in 2009 voor Zout (toen nog Zuiderlucht) schreef. Hij duikt in zijn geheugen en beschrijft hun eenmalige ontmoeting. De laatste keer dat ik aan Joost Zwagerman dacht vóór zijn zelfgekozen dood, nu tien jaar geleden, was toen hij zijn archief schonk aan het Letterkundig Museum, een half jaar eerder. Ik kreeg er een naar gevoel bij. Niet omdat hij, zoals te lezen valt in...
de net verschenen biografie Zwaag, dat deed om twee ton te kunnen aftrekken van de belasting. Maar omdat hij de jongste auteur ooit was die zijn archief aan het museum schonk, omdat het niet goed met hem ging en omdat hij een preoccupatie had met zelfdoding. Zwagerman genoot bekendheid vanwege zijn klinkende analyses van kunst, literatuur en popmuziek (met theater had hij had weinig op) in de talkshow De Wereld Draait Door. Al in de periode voorafgaand aan de schenking in februari 2015 begon hij er steeds slechter uit te zien. Zijn enthousiasme in DWDD rijmde niet langer met zijn uiterlijke verschijning. De ene keer oogde hij vermoeid en terneergeslagen en waren de theezakjes onder zijn ogen groter dan zijn brillenglazen. De andere keer stond hij in de overdrive, en leek het alsof hij iets te veel had genomen van een al dan niet voorgeschreven medicatie. Eén keer heb ik Zwagerman van nabij meegemaakt. In 2009 had het Bonnefantenmuseum een tentoonstelling met de van de Rolling Stones geleende titel Exile on Main Street, over negen eigenzinnige, onaangepaste en relatief onbekende Amerikaanse kunstenaars. De jongste was op dat moment 70, drie waren al dood. Het meeste van hun werk was nog nooit de oceaan over geweest, zij zelf trouwens ook niet. Ze rebelleerden tegen de Amerikaanse cultuur, tegen het militarisme van de supermacht, tegen consumentisme, tegen de vercommercialisering van de kunst en tegen de hypocrisie van het christelijke fatsoen – what’s new? Op zoek naar een auteur die hun oeuvre voor de lezers van Zout (toen nog Zuiderlucht) kon ontsluiten, kwam ik bij Joost Zwagerman uit. Hij was meteen in voor het idee. Een week later kwam hij naar Maastricht, we ontmoetten elkaar in het museumrestaurant. Bonnefanten-directeur Alexander van Grevenstein, bedenker en curator van de expositie, schoof ook aan. Hij bewoog wat moeilijk, Zwagerman, een paar dagen eerder had iemand hem in Amsterdam hardhandig van zijn fiets getrokken. Hij was er, nog steeds, zichtbaar van ontdaan. Over aard en inhoud van het te schrijven stuk waren we het snel eens. We aten en dronken wat, praatten genoeglijk over kunst, popmuziek, politiek en allerhande andere zaken. Een maand of wat later leverde hij een juweel van een essay af, Vulgair, maar altijd vrolijk en vitaal, over een groep kunstenaars wier werk hij op dat moment niet of nauwelijks kende. Zijn sympathie leek uit te gaan naar de obscuurste van het stel, Alfred Jensen (1903-1981), tegen wie Mark Rothko ooit gezegd heeft: ‘Jij, Jensen, mag nu met jouw werk misschien niet worden erkend en herkend door de kunstwereld. Maar over tien jaar is het goed mogelijk dat jouw werk wordt bewonderd terwijl het mijne dan heel goed kan zijn vergeten. Het is vrijwel onmogelijk om een oordeel te vellen over onze tijdgenoten.’ Dat laatste is wat nu gebeurt met Zwagerman zelf, in de zojuist verschenen biografie. Die ik trouwens niet ga lezen, ik ben geen liefhebber van het genre. Liever trek ik een boek van ‘Zwaag’ zelf uit de kast. Een week na publicatie van Vulgair, maar altijd vrolijk en vitaal kreeg ik een mail van Joost. Of ik het okay vond dat het stuk ook in Vrij Nederland werd geplaatst, en dat hij het daar nog een keer zou declareren. Het bestaan van schrijver is geen vetpot, dus ik ging meteen akkoord – mits Vrij Nederland een bronvermelding onder het stuk zou plaatsen. Dat zullen ze zeker doen, mailde hij enthousiast terug. Bij VN dachten ze daar twee weken later anders over. Zwagermans essay Vulgair, maar altijd vrolijk en vitaal uit februari 2009 kunt u hier teruglezen. Credit titelfoto: Keke Keukelaar
Dit artikel is alleen toegankelijk voor Zout-abonnees.
Log in als u al abonnee bent of
klik hier als u het wil worden.
Zout bestaat dankzij lezers zoals u. In 2025 zoeken wij 1200 abonnees. Sluit u nu aan!