De weg van de schoonheid is een betere om tot God te geraken dan die van de waarheid, zegt kardinaal Godfried Danneels, lid van het comité van aanbeveling van Musica Sacra. Emile Hollman onderhoudt hem over Darwin, Bach, Haydn en jazz – over negers die ondanks hun miserie op een trompet blijven blazen. “U moogt dat weten: ik ga nooit slapen voor ik een cd heb opgelegd.”
Na tien maten Bach is de kardinaal in the mood
“Muziek is voor mij de hoogste kunst”, zegt kardinaal Godfried Danneels (Kanegem,1933) in de nota bene met schilderijen behangen bibliotheek van zijn aartsbisschoppelijk paleis in Mechelen. “In muziek komt alles samen, kleur en klank, tekst en dictie.” Met zachte stem, groot, plat zilveren kruis op de borst, verontschuldigt hij zich bijna voor zijn papieren functie bij Musica Sacra. Waarom gaf hij toestemming te schermen met zijn naam? “Niet dat ik andere muziek niet waardeer, maar ik vind sacrale muziek – en die hoeft echt niet altijd religieuze thema’s te bespelen – een hele belangrijke component van onze cultuur. Zelfs in onze tijd waarin er geen echt mecenaat meer is van de kerk ten opzichte van musici, sta ik versteld van het aantal religieuze composities. Ik noem Arvo Pärt.”
Hoe komt dat denkt u?
“Er is een tijd geweest dat er zekere afstand was tussen artiesten en de kerk. Lange tijd heeft de kerk het idee gehad dat alle artiesten goddelozen zijn en dat wat ze produceren verre van moreel is en zeker niet stichtend. In mijn ogen hoeft kunst ook helemaal niet stichtend te zijn. Meer en meer begint de kerk in te zien dat een van de voornaamste wegen om in deze tijd tot God te komen de weg is van de schoonheid. Als je naar God gaat langs de weg van de suprême waarheid dan stuit je op de Pilatus-vraag: Wat is waarheid? Dan gaat de poort meteen dicht. Want als je zegt dat God de suprême volmaaktheid is dan krijg je als antwoord: hij misschien wel, maar ik niet. En dat ontmoedigt. De weg langs de waarheid maakt sceptisch, de weg langs de volmaaktheid ontmoedigt en de weg langs de schoonheid ontwapent. Je kunt niet tegenover iets moois staan of iets moois horen en zeggen: het is lelijk. Dat kán niet. Ik heb al vaker de proef op de som genomen door studenten mee te nemen naar de Mattheus Passie in Brussel zonder er van te voren iets over te zeggen. Als je buiten komt dan zeggen zij soms luidop: dat is het! Nu is Bach ook wel een meester hé. Ik hoef maar tien maten van een muziekstuk te horen, of ik weet dat het Bach is en ben ik in the mood. Ik heb niet hetzelfde bij Vivaldi, die ik ook heel graag hoor. Zelfs niet bij Händel. Tien maten van Bach en ik zeg: ja, Hij is daar. Hij is daar! Merkwaardig. Waar ligt dat aan? Misschien aan mij? Misschien ben ik gewoon gevoelig voor zijn idioom. C’est une musique de compronction heb ik eens gelezen over Bach. Dat wil zeggen, het is een muziek van berouw. Niet in de zin van het hartige berouw, maar het stille besef van de arrenmoede en het vertrouwen op God. Muziek die klopt op je borst. (Klopt op zijn borst). Heer ik ben niet waardig, zoiets. Dat heb ik absoluut niet bij Vivaldi.”
Luistert u vaak naar muziek?
“Elke dag! En u moogt dat weten: ik ga nooit slapen voor ik een cd heb opgelegd. Ik luister die soms niet helemaal af, soms ben ik al ingeslapen wanneer het apparaat afspringt. Het kan van alles zijn, alle soorten muziek. Als ik een drukke dag heb gehad met veel stress, dan neem ik barokmuziek. Want die heeft een maat die ongeveer uw hartslag is. Die regelt uw hartslag opnieuw na de adrenaline die u heeft moeten opbrengen. Als ik veel tijd heb dan neem ik Brückner en Bach. Er is een periode in het kerkelijk jaar tussen vasten en Pasen dat ik elke avond naar Bach luister, 150 cantates, da’s nooit gedaan hè. En als ik helemaal de moed kwijt ben, zo van het is echt allemaal tegengevallen vandaag, dan leg ik New Orleans jazz op. Er zijn nog negers die niet tegenstaande al die miserie die ze hebben toch nog op een trompet kunnen blazen.”
Het thema van Musica Sacra luidt: Man en vrouw schiep Hij hen. Het Hooglied zal dat thema ondermeer verklanken. Heeft het Hooglied voor u speciale betekenis?
“Zonder noten is dat al muziek hè. Het is het mooiste boek uit de Bijbel. Veruit. Toen ik student was zei mijn docent: ‘Dat is een heel mooi boek, door de Heilige Geest geschreven, maar het is niet van zijn beste.’ Maar dat was omdat we het niet te veel zouden lezen. Ik vind het schitterende poëzie. Het is liefdespoëzie hé. Bij deze thematiek móet je het Hooglied erbij halen, het gaat over man en vrouw. Het is nu Haydn-jaar. Al ben ik geen groot liefhebber van Haydn, ik heb in Mechelen een uitvoering bijgewoond van Die Schöpfung. De dialoog tussen man en vrouw in het derde deel is heel goed maar Haydn is te voorspelbaar. Bach en Haydn droegen allebei een pruik, maar alleen bij Haydn kun je dat horen.”
Het is ook Darwinjaar, dat geeft het thema van Musica Sacra een extra lading.
“Dat weet ik niet. Ik heb zelf nooit problemen gehad met Darwin. Ik weet dat in Nederland in bepaalde reformatorische kringen en ook in Amerika de hele zaak van het creationisme en het evolutionisme grote problemen schept. Maar ik heb nog nooit een tegenstelling gezien tussen de evolutieleer en wat de Bijbel eigenlijk zegt. Om het wat simplistisch te zeggen: Darwin heeft het over het hoe van de schepping, de Bijbel over het waarom. In het boek Genesis wordt iets gezegd over de vormgeving van de schepping maar niet hoe die is ontstaan. Als ik mij niet vergis, dan schijnt het licht eerder in de schepping dan dat de zon wordt geschapen. Dus kan het geen chronologische beschrijving zijn geweest. Terwijl de kerk lang heeft geloofd dat Genesis een beschrijving was van het hoe. Waarom is er iets en niet niets? Dát is de scheppingsvraag.”
Darwin bedoelde dat er geen bedoeling steekt achter de schepping.
“Da’s wat anders. Hij moet wetenschappelijk blijven. Hij kan niet zeggen: dit is de exclusieve waarheid en daarnaast is er niks nie meer. Hij had die bedoeling maar daarin kan ik hem niet volgen. Dan zeg ik: hoe weet ge dat? Het is even moeilijk om te bewijzen dat God niet bestaat dan te bewijzen dat hij wel bestaat. Voor mij kan dat heel goed naast elkaar bestaan. Wat de Bijbel zegt moet je interpreteren, want een letterlijke, literaire, zeg maar fundamentalistische interpretatie, daar kan ik niet bij komen. Dat lijkt me ook niet juist. Fundamenteel heb ik mijn geloof nooit bedreigd gevoeld door de wetenschap.”
Dus de wereld is niet in zes dagen geschapen?
“God heeft niet zitten scheppen hè. Scheppen is een woord dat wij moeten gebruiken om te zeggen: hij heeft het doen ontstaan. Kijk, ik zit hier water te drinken. De chemische formule is H2O. Maar ik heb nog nooit gedacht dat H2O de loyaliteit van water weergeeft want H2O heeft geen smaak, water is méér dan zijn chemische formule. Zoals de schepping meer is dan de evolutieleer van Darwin. Zoals de vijfde van Beethoven méér is dan de partituur.”
Kardinaal Godfried Danneels: “Ik heb nog nooit een tegenstelling gezien tussen de evolutieleer en wat de Bijbel eigenlijk zegt.” foto Filip Naudts – www.guardalafotografia.be