ONVERHARDE WEGEN Een lichtgeel kostuum droeg ik als meisje, tot boven gesloten. Zelf naaide ik de knopen, bond mijn vlechten strakker. Nooit eens een blauw oog of gebroken arm. Fossielen bewaarde ik in zelfgevouwen doosjes. mannen fluisterden: het glanst zo mooi. Strikt genomen is het zondagochtend. Ik kan Bach opzetten, een hond huren, alleen dauw is niet te koop. Ik zoek de onverharde wegen richting grens rijen bomen om het geluid te dempen vogelverschrikkers die de kosmos aanwijzen en een...