Een koningspoedel. Een slapende labrador. Een Tsjechische wolfshond. Twee cocker spaniels. Twee chihuahua’s. Een pincher, of een verre afstammeling ervan. Overal waar ik kijk, zijn honden. Ze blaffen, en ze stinken. Dat is wat honden doen.

En, niet te vergeten, achter hun baasje-met-hondenbrok aanlopen, desnoods door een tunnel en een hoepel, en over een brug. Zeker na de aansporing van een van die baasjes: “Go, Johnny, go!”

Ik krijg de slappe lach, iets na de middag op een warme zomerdag in juli. Vandaag wordt Museum Van Bommel Van Dam in Venlo bevolkt met honden. Niet als onderdeel van een kunstwerk – zo heel bijzonder zijn levende dieren in de kunst nu ook weer niet. Koen Vanmechelen uit Genk trekt al jaren met zelf gekruiste kippenrassen uit zijn Cosmopolitan Chicken Project de wereld over. In 2004 hadden we het getatoeëerde varken van Wim Delvoye in Het Domein in Sittard. Het leverde een flinke rel op – het massaal bestempelen en piercen van mensen kwam niet veel later. Een ouder en bekender voorbeeld van shock art is de haai op sterk water van Damien Hirst. Maar dooie dieren tellen we hier niet mee.

De levende honden in Bommeldam maken geen deel uit van een kunstwerk. Ze zijn, samen met de plaatselijke hondenvereniging Canida, binnengelokt om het museum laagdrempeliger te maken. Voor wie, dat is niet duidelijk. Hun baasjes zijn hier voor het eerst en, naar ze grinnikend toegeven, voor het laatst. Andere bezoekers zijn er niet. Voor de twee actuele, nogal warrige exposities is er niemand. Ook de stand van een leverancier van hondenvoer is zonder klandizie.

Ik ken geen stad waar de radeloosheid over de toekomst van een museum zo groot is als in Venlo. Het ooit zo fijne Museum Van Bommel Van Dam zit al een tijdje zonder directeur, zonder personeel en zonder doordacht programma – waarom vragen we Canida niet een keer? De gemeente zit zo met het museum omhoog dat zelfs het prachtige gebouw, midden in het Julianapark, in de ban is gedaan. Niet te beveiligen, luidt het verdict na een diefstal van drie reliëfs van Jan Schoonhoven vier jaar geleden. Ook de klimaatbeheersing zou niet deugen. Niezen die honden daarom zo vaak?

Zoals het er nu uitziet, verhuist het museum in 2020 naar het oude postkantoor, tweehonderd meter verderop. De nieuwe toekomst die daar gloort, heeft de dienstdoende wethouder samengevat in een Koersdocument. Daarin doemt uiteraard het Grote Misverstand Genaamd Laagdrempeligheid op – ook hondjes moeten zonder struikelen binnen kunnen. Alle omhaal van woorden ten spijt is het doel van de exercitie kraakhelder: het moet minder gaan kosten, dat museum. Als les 1 van Halbe Zijlstra érgens goed is begrepen, dan in Venlo. Net als les 2: niet te veel ingewikkelde kunst graag, want dat begrijpen de mensen toch niet.

Het perspectief dat uit deze dertien pagina’s (inclusief opwekkende plaatjes) tellende potpourri van misverstanden boven komt drijven: het museum moet niet aanbod- maar vraaggestuurd zijn. Zoals Van Gogh, Picasso en de doodgezwegen local hero Shinkichi Tajiri hun leven lang vraaggericht hebben gewerkt. Toch?