Bij een optreden van jongeren-bigband De Vitzkids spat het enthousiasme ervan af. Trompettist Marc Huynen leidt de band met een onweerstaanbare combinatie van gemoedelijkheid en discipline.

“We doen vandaag een nieuw stuk. ’Eye of the tiger’ uit de film ‘Rocky’. Dat is een boksfilm met Sylvester Stallone.” Marc Huynen maakt boksbewegingen. De leden van bigband De Vitzkids kijken hem glazig aan. ‘Rocky’ is uit 1976, Sylvester Stallone loopt inmiddels tegen de zeventig. De meeste Vitzkids zijn na 2000 geboren.

De Vitzkids bestaat uit leerlingen van de muziekscholen in Maastricht, Heerlen, Roermond en Aken. De band ontstond in 2005 uit losse jazz-workshops en jamsessies en treedt sindsdien regelmatig op. In 2010 verscheen een CD. De leden zijn tussen acht en zestien jaar oud. De eerste generatie heeft de band alweer verlaten. De handen van de jongste aanwas zijn net groot genoeg voor de altsaxofoon.

“´Eye of the tiger´ hebben we nog niet eerder gedaan, maar dat maakt niet uit”, zegt Marc Huynen. “We gaan het dadelijk bij het optreden gewoon spelen. Lekker ruige muziek! Wel graag de goede noten spelen.” Hij heft zijn armen. De saxofoons en trompetten worden in positie gebracht. We zitten in een klein zaaltje op de vierde verdieping van de muziekschool in Heerlen. Dan barst het los. Strak. Gedisciplineerd. Ruig.

“Iedereen die tot vier kan tellen en een toonladder van C kan spelen mag meedoen”, zegt bandleider Marc Huynen. “We hebben nog nooit iemand afgewezen. Voor sommige instrumenten kun je ook niet te kieskeurig zijn. Ik heb nu al een paar jaar geen trombones. Er is een zekere concurrentie met de harmonieën en de fanfares, we vissen uit dezelfde vijver.”

Als iedereen tegelijk speelt, klinkt het hard in het kleine, lage zaaltje. “Stop!” roept Huynen plotseling. “Wel netjes spelen, hè?!” Flodderig en met dubbele tong zingt hij de passage na: “Zo doen jullie het thuis maar. Of met carnaval.” Vervolgens zingt hij dezelfde passage nog eens, strak en swingend: “Dit wil ik horen. Geen Muppetshow!”

“We werken hard aan discipline”, zegt Huynen. “Ik leg veel nadruk op timing en frasering. Het is heel belangrijk dat een aantal van de muzikanten al wat langer meedraait. Zij geven het goede voorbeeld. Dat geldt ook voor de ritmesectie. We hebben een hele goede en ervaren ritmesectie.”

Marc Huynen slaat af. “Dat ritme is nog niet goed. Laten we het even zingen.” Huynen zingt voor en de voltallige band zingt hem na: tadadáda tadóem, tadadá tadóemdoem. “Okee!” roept Huynen. “En weer spelen!” Nu zitten de syncopen op de juiste plek. “Dit is toch geen zangles?” vraagt Isaac Franssen. Hij is acht jaar oud en speelt op proef mee. “Het zingen krijg je er gratis bij!” zegt Marc Huynen stralend. “Maar alleen tijdens de repetities, hoor. Bij het optreden hoef je niet te zingen.” Isaac kijkt opgelucht.

Het speelplezier staat voorop. Maar de band is ook een kweekvijver. Pianist Simon Oslender en drummer Jérôme Cardynaals sleepten op het Prinses Christina Concours in 2010 zo’n beetje alle prijzen weg die er te winnen waren. Tegenwoordig spelen ze onder de naam Twogether op Nederlandse en Duitse podia. Hun tweede CD komt dit voorjaar uit.

“We gaan ook iets doen aan improvisatie”, zegt Marc Huynen. “Speel mij maar na.” Hij laat een korte improvisatie horen op de trompet. De band speelt hem na. Daarna volgt een vraag- en antwoordspel: Huynen speelt een melodietje, één van de meer ervaren trompettisten of saxofonisten reageert daarop. “En nu jullie!” roept Huynen. Hij wijst naar de jongste Vitzkids, saxofoniste Daphne Kusters en trompettist-op-proef Isaac Franssen. “Speel eens een G, een B en een C. En dan nog een Cis erbij. En speel daar een beetje mee.” Tenslotte geven ook zij antwoord op een paar noten van Huynen. “Als het goed gaat, is het mooi. Als het fout gaat, gaat het fout. Dat is ook leuk!”

Marc Huynen – bril, jongensachtige uitstraling, in zijn enthousiasme soms struikelend over zijn eigen woorden – is docent trompet in Maastricht, Heerlen en Aken. Daarnaast heeft hij met talloze jazz-orkesten gespeeld en leidt hij de Mo’Jones Bigband. “En een paar keer jaar treed ik op met mijn eigen kwartet. Dan spelen we meer ingetogen jazz. Daar houd ik van.” Hij lacht en gaat in één adem verder over de successen van De Vitzkids.

Een uur later zit de band op het podium naast het Glaspaleis in Heerlen. ‘Eye of the tiger’ klinkt alsof ze het al jaren op het repertoire hebben. “Wij werken volgens het zwembadprincipe”, kondigt Huynen het nummer ‘Moanin’’ van Art Blakey aan. “We gooien de kinderen in het water en dan leren ze vanzelf zwemmen.” Daphne en Isaac komen naar voren en spelen hun solo’s. Je kunt niet vroeg genoeg beginnen.

Voor speeldata en meer informatie, zie: www.vitzkids.nl

De Vitzkids wordt met enkele duizenden euro’s per jaar ondersteund door de Stichting Limburg Geïmproviseerde Muziek, kortweg SLIM. SLIM is één van de rond vijftig organisaties die zijn aangesloten bij het Huis voor de Kunsten Limburg. De stichting richt zich op geïmproviseerde muziek in de breedste zin van het woord, “door professionals en amateurs, door jong en oud”, aldus coördinator Jo Dautzenberg. Met een jaarbudget van ongeveer 35.000 euro ondersteunt SLIM concrete projecten, zoals De Vitzkids, het Lunar Orchestra van Jos Heutmekers, de SLIM Bigband Dag, de Euregionale EuJazz Award (stimuleringsprijs 2011 gewonnen door ex-Vitzkid Christian Martens), het theaterproject ‘De Weg’ en diverse educatieve activiteiten.