Bertus Borgers
Toen de muziekindustrie overstapte op cd’s, heb ik verzuimd mijn verzameling elpees over te hevelen naar de zilverkleurige schijfjes. Die indertijd nog als onverslijtbaar werden aangeprezen – we geloofden toen nog in de vooruitgang. (Tegenwoordig ruiken we de marketingleugens van verre, maar omdat we de vooruitgang toch niet tegen kunnen houden, tuinen we er toch maar in.)
Zo verdwenen ook de elpees van Sweet d’Buster in kasten die nog zelden open gingen. Maar de ritmes van Gigs zaten in mijn harde schijf gebeiteld. En de groove van nummers als Still Believe blijft bij je, ook nadat Herman Brood het door zijn vals snikkende mangel had gehaald.
Het gedachtegoed van mijn muzikale helden vervaagde echter snel. Ik hield van de donkere stem van David McComb (The Triffids) maar als hij in een interview begon over de invloed van Thomas Mann op zijn teksten, sloeg ik de pagina besmuikt om. Van Bertus Borgers, voorman van Sweet d’Buster, kan ik me niet eens een interview herinneren. Beelden van hem bleven wel in mijn hoofd, zoals die van een optreden in Heel waar hij gekleed ging in een soort duikpak van blauw fluweel.
En, als gezegd, de muziek. Door het tegen elkaar opboksen van de toetsen van Robert-Jan Stips, de vette akkoorden van Paul Smeenk en de zwerende ritmes van Herman Deinum en Hans Lafaille was Sweet d’Buster vooral live een attractie. Ooit, nadat de groep al lang uit elkaar was, kocht ik een keer een soloplaat van Borgers, ‘t was niet veel soeps. Hij begeleidde Raymond van het Groenewoud, maar daar vond ik zijn saxofoonsolo’s obligaat.
Laatst kocht ik zo’n mid-price verzamelaar van Sweet d’Buster, genaamd Collection 1977-78. Ik draaide hem in de auto toen ik met een Engelse vriend, professioneel gitarist, onderweg was. Hij viel een halve minuut stil en vroeg toen: “Who’s playing?”
Van Sweet d’Buster had hij nooit gehoord, laat staan van Bertus Borgers. Of ik de cd voor hem wilde branden, vroeg hij. “Lekkere ritmes, het lijkt wel The Police.” Die credits, dertig jaar na dato, gaan dus naar héél Sweet d’Buster, vijf individuen die zich pas op het podium konden omsmeden tot een kolkend collectief.
Ik ben tegen reünies, maar mag ik voor Sweet d’Buster een uitzondering maken?Die reünie komt er vast. Ooit.
Inmiddels ben ik er van overtuigd geraakt dat álle bands weer bij elkaar komen, ook de bands die met de grootste ruzies uit elkaar zijn gegaan. Ik zag vorig jaar The Police in bloedvorm optreden in Duitsland. Wie had een jaar of vijf geleden gedacht dat die ruziemakers op een dag nog een stadion richting euforie zouden spelen? Zij zelf ook niet, waarschijnlijk.
Ik was ontroerd toen ik Roger Waters op tv gezichtsbreed zag grijnzen toen hij bij de laatste Live Aid dan toch weer op het podium stond met David Gilmour. Jaren geleden interviewde ik Waters in Parijs en toen leek hij nog liever over de mislukkingen van Gilmour, die volgens Waters de naam Pink Floyd had gestolen, te praten dan over zijn eigen muziek. En toch. Uiteindelijk.
Het beste concert dat ik vorig jaar zag, was Rage Against the Machine in het Sportpaleis van Antwerpen. Zestienduizend schuimbekken. Reünie. Het meest amusante optreden van afgelopen Lowlands vond ik de Sex Pistols. Reünie. Een paar weken geleden zag ik Biohazard het dak van 013 spelen. Reünie.
Een zwaktebod? In zekere zin vast, van zowel band als publiek, want drijvend op nostalgie. Waar nauwelijks heden, daar de hang naar het verleden. Het heden van Zack de La Rocha bestond al een decennium uit het werken aan een soloplaat die er nooit kwam. Dus ja, dan maar weer Rage Against the Machine. Het heden van Evan Seinfield bestond uit een leven als pornoacteur. Dus ja, dan maar weer Biohazard.
Wat geeft het? Als de bandleden er zelf maar zichtbaar plezier in hebben. En vaak is dat zo, alsof ze na al die jaren werken met andere klootzakken ontdekken dat het met die klootzakken van vroeger dan misschien niet altijd leuk, maar wel het beste was. Belangrijk is wel dat de frontman nog leeft. Queen, The Doors, INXS: aan bands met een dood boegbeeld kan ik maar niet wennen.
Ik zag Bertus Borgers vorig jaar nog de longen uit zijn lijf blazen tijdens een optreden met de Eindhovense rockband The Spades. Springlevend, die Borgers. Dat zit dus wel goed.