Leon Verdonschot en Wido Smeets wisselen van gedachten over ontwikkelingen in de popmuziek.  Deze maand over Focus.

Hocus pocus

Decca, Pye, Columbia, HMV en EMI. Dat zijn de vijf platenmaatschappijen die The Beatles afwezen.

Springsteen, The Who, The Rolling Stones, Rod Stewart, The Doobie Brothers – de vijf favoriete performers van Truman Capote.

Grote sterren – letterlijk: Clarence Clemons, Bryan Ferry, Mick Fleetwood.

Kleine: Roger Daltrey, Van Morrison, Prince.

Nul. Het aantal sterren dat Kiss-oprichter Gene Simmons achteraf zou geven aan de geflopte plaat The Elder. “Voor een Kissplaat, dan. Als slechte Genesisplaat is hij twee sterren waard.”

Rommelend in een bak oude boeken in een tweedehands boekhandel kwam ik laatst The New Book of Rick Lists tegen, een exact 600 pagina’s dik boek van Dave Marsh, dat helemaal is gevuld met weetjes, feitjes en meninkjes over popmuziek waar werkelijk geen mens iets mee opschiet. Maar sinds ik het kocht, voor één euro, heb ik er al minstens dertig keer doorheen zitten bladeren. Voor het eerst krijg ik iets mee van het plezier dat popquizbezoekers moeten ontlenen aan het opslaan van zoveel mogelijk triviale kennis over muziek. Ik heb nooit veel op gehad met die nerdy benadering van popmuziek, die ik echt pas in de laatste plaats associeer met parate kennis.

Hoe het komt weet ik niet – misschien door zijn voorkeur voor lijstjes, of voor volstrekt subjectieve en dus betwistbare rangorden, maar sinds dat boek van Marsh in mijn kast staat, zie ik de lol ervan in.

Beste nummer over masturberen? All I Have To Do is Dream van The Everly Brothers (staat nog boven Dancing With Myself van Billy Idols Generation X).

Slechtste bandnaam? Was (Not Was).

Beste: Niggas with Attitudes (N.W.A.)

Nederland staat er trouwens ook in.  Onder het kopje ‘Zonen van Kenny G’ zet Marsh de slechtste instrumentale nummers aller tijden op een rij. Op 1: Hocus Pocus van Focus.

LEON VERDONSCHOT

Onzinnige kennis die blijft hangen, zinnige kennis die verdampt waar je bij staat. Theo Maassen en Brigitte Kaandorp hebben er prachtige sketches aan gewijd. Ik heb niets met lijstjes, maar dat komt vooral door mijn fabelachtig slecht geheugen. Mijn lijstjes zijn altijd leeg. Lijvige naslagwerken komen dan van pas, maar liever dan kopen wacht ik tot het moment dat we ze als chip kunnen laten implanteren – hoewel mijn bodemloze brein op dít boek nu ook weer niet zit te wachten. Een band als Kiss zou ik juist uit elk geheugen willen deleten.

Liever laat ik de kennis van het verleden op een andere manier tot mij komen. Door het tv-programma Classic Albums bijvoorbeeld. Ongelooflijk wat ik allemaal níet blijk te weten over artiesten en platen die ik al een leven lang bij me draag. Fantastisch ook om die helden van toen te horen praten over een ‘historische’ plaat die, vaak tot hun stomme verbazing, hun loopbaan en leven zou bepalen. Elvis Costello maakte voor de BBC Spectacle, nog zo’n encyclopedisch popprogramma met als smaakmaker intieme optredens van popsterren, van Allen Toussaint tot Bruce Springsteen. Afgesloten met vaak tenenkrommende samenzang met Costello zelf, maar je kunt niet alles hebben.

Laatst las ik dat in Engeland inmiddels platenclubs zijn waar – naar ik aanneem oudere –  popliefhebbers samenkomen om vinyl platen te draaien. Albums is een beter woord: een album suggereert samenhang (de lezer die dit niet begrijpt verwijs ik naar bovengenoemd tv-programma Classic Albums), een plaat is toch meer een toevallige verzameling liedjes.

Enfin, deze wierook- en visnetclubs vormen een soort protest tegen de downloadcultuur waar ik ’t hier vorige maand ook over had. Hoewel het fenomeen verdacht veel lijkt op leesclubs, zou ik wel willen weten of ze in Nederland ook al bestaan. Mail me: w.smeets@zuiderlucht.eu

Overigens, als er in dat boek van Dave Marsh ook een lijst met meest debiele titels van popsongs staat, had die priegelige toverherrie van Focus daar ook op 1 mogen staan. Hocus Pocus. Hoe kom je erop, als je Focus heet.

WIDO SMEETS