Time out of Mind 56:
Wido Smeets en Leon Verdonschot wisselen van gedachten over voorkeuren en ervaringen in de popmuziek. “Het ideale leven: zanger van De Dijk zijn en niet optreden.”
Elke keer bezwoer ik dat het de laatste is. Een half jaar geleden zondigde ik opnieuw, daarna wist ik het nog zekerder: dit was het.
De band maakte een routineuze indruk, en de podiumbrede projecties achter hen, zwart-wit foto’s van de toetsenist, waren best wel gaap. Na afloop in het café oogden ze nog steeds verveeld. Na 35 jaar is samen optreden net werken. Zo zien ze er uit: de haren dunner, de rimpels dieper, de pas strammer. Voor mij geldt hetzelfde, maar ik zie mezelf nooit in het echt.
De zanger steelt de show, ook in t café. Ik ken hem nog van spijkerbroer en mouwloos T-shirt. Nu gaat hij in ‘t pak, dezelfde dealer als Wilfried de Jong vermoed ik. Er is een fan in een rolstoel, hij loopt er naar toe, maakt grapjes, signeert een foto, praat met de ouders. De jongen glimt. Het is een gearrangeerde ontmoeting, toch zet de zanger geen gele zonnebril op, noch heeft hij de jongen op de bühne genood. Dit is echt.
De gitarist grapt bij een Affligem nog wat na met twee gladgestreken dames op Jourdan-pumps. Net als de toetsenist dichterbij schuift, geeft een man in het zwart een seintje. Ze laten de dames achter als kamerplanten zonder water en stappen in de bus. Over een uur of twee uur nog een absacker in de Pijp, dat was het dan.
Elke keer is de laatste, toch blijf ik ze volgen, ook als de zanger weer solo gaat. Ik lees zijn interviews, en beluister de platen. Een paar jaar geleden gingen ze naar Amerika met Solomon Burke, ze namen een prachtplaat met hem op. Toen Burke hen kwam oppikken voor het eerste concert van wat een tournee moest worden, zakte hij op Schiphol in elkaar en stierf. Ze speelden zonder hem, in Paradiso. Er is een docu over gemaakt. Kippenvel.
Nu is er een nieuwe plaat. Ze lijmen broeierige cajun en plakkerige soul aaneen met vette blaaspartijen. De zanger speurt nog steeds naar hoop, en troost. Na 35 jaar en 17 platen is er nog steeds helemaal niks mis met De Dijk.
WIDO SMEETS
Volgens mij was De Dijk de eerste band in Nederland die officieel een ‘sabbatical’ hield. Ik weet niet eens of dat woord daarvoor al bestond in de popmuziek. Daarna hielden ze er nog een, en toen nog een, daarna raakte ik de tel kwijt. Sommige bands blijven maar stoppen, anderen maar terugkomen. Steeds maar een sabbatical houden is eigenlijk het beste van twee werelden.
Na hun eerste sabbatical sprak ik zanger Huub van der Lubbe en drummer Antonie Broek. Iedereen had ze gevraagd wat ze dan gingen doen, dat jaar. Ze hadden niet geantwoord. Omdat ze het niet wisten, en omdat ze niet wilden worden afgerekend op hun dagdromen. Broek was bang dat anders iedereen dan na een jaar zou vragen hoe het er nou mee stond, die astronautenopleiding.
Van der Lubbe zei dat ze bewust hadden gekozen voor dat woord ‘sabbatical’. En dat ze net zo bewust hadden gepraat over batterijen opladen, de accu, dat soort termen. De sabbatical was een paar dagen bezig toen hij de eerste man tegenkwam die het formuleerde zoals het was: “Hoe bevalt de vakantie?”
Het was eigenlijk het ideale leven, zei Van der Lubbe: zanger van De Dijk zijn en niet optreden. Ze hadden het veel eerder moet doen, vond hij. Al gaf hij toe dat het ook best raar is een band te begínnen met een sabattical.
Van der Lubbe had op een briefje geschreven wat hij dat jaar wél had gedaan. Drie lezingen gehouden, twee toespraken gegeven, twee keer een voice-over ingesproken bij een film, meegeholpen aan een onderwijsplan op een muziekopleiding, acht solo-optredens gedaan, twee keer geacteerd, drie televisieoptredens, twee vertalingen, achttien optredens als dichter. Dat was zijn jaar.
Ik heb me wel eens voorgesteld hoe die documentaire zou zijn geweest als Solomon Burke níet was overleden. Een groep mannen die al jaren doet wat ze het liefst doen: dat is een prachtige werkelijkheid, maar geen film.
Het mooiste in dat interview vond ik de uitspraak van de drummer. Hij zei dat hij nog nooit in zijn leven had gewerkt. En voegde er aan toen: “Ik heb me voorgenomen dat ook nooit in mijn leven te gaan doen.”
Van der Lubbe schoot in de lach. En zei: “Dat gun je iedereen.”
LEON VERDONSCHOT