In Heerlen is de emancipatie nooit begonnen’, beet een goede vriend me ooit toe. Kan altijd erger. Maastricht, bijvoorbeeld. Daar komt de enige spanning van buitenlandse studenten die om de drie, vier jaar worden vervangen door nieuwe. Brave studenten, zo bleek afgelopen donderdag op het M3Event, een conferentie over de toekomst van muziekindustrie en -cultuur. Belangrijkste conclusie? Er moeten bruggen worden gebouwd tussen hoge en lage cultuur in Maastricht.

Experts uit Duitsland, België en de Randstad die afreizen naar de enige Nederlandse stad zonder fatsoenlijk poppodium om er te praten over popcultuur? Heeft iets ironisch. De studenten in de stad trokken zich er niets van aan. Gelukkig maar. Dat is ook niet zo vreemd. Een groot deel van de studentenpopulatie komt uit het buitenland en verblijft maar een paar jaar in de stad. In die jaren speelt ontkenning een belangrijke rol. Accepteren dat Maastricht de saaiste stad ter wereld is? Dat nooit. En dus wordt er alles aan gedaan om de mooiste jaren van het leven niet als kasplantje door te brengen.

Dat M3Event uit de koker is gekomen van een groep enthousiaste buitenlandse studenten is dan ook niet verwonderlijk. Goede conferentie, ook. Enkel het derde en laatste panel viel in het water. Reden? Praten over de popcultuur in de stad zonder kopstukken als Jacques Costongs, Huub Smeets en Guido Wevers is nogal eenzijdig. Ja, de organisatie deed z’n uiterste best om vertegenwoordiger van de bestuurlijke en culturele elite aan tafel te krijgen. Tevergeefs. Wel mocht oudgediende Wim Smeets, directeur van de Muziekgieterij, zeggen dat hij het óók niet meer wist. Sander van der Sluis, teruggekeerd naar de regio om iets terug te doen, zat eveneens met de handen in het haar. Zijn tip? Je boodschap blijven herhalen tót er naar wordt geluisterd of op de barricaden. Beiden constateerden eensgezind: in Maastricht is het onderscheid tussen hoge en lage cultuur enorm. Er moeten bruggen worden gebouwd.

Om nou te zeggen dat popcultuur in Heerlen floreert? Overdreven. Toch: er gebeurt wat in de stad. Een dikke week geleden leidde ik er 36 studenten van de Vrije Universiteit Brussel en katholieke Universiteit Leuven rond langs de marginale cultuur. Die is er volop. Bindende factor? De initiatiefnemers krijgen geen geld van de gemeente, moeten zelfs grinniken om de astronomische bedragen die hun stad in ‘cultuur’ steekt. Tussen hoge en lage cultuur hangt in Heerlen een provisorische hangbrug waar niemand het waagt een voet op te zetten. Gemeente, culturele elite én marginale cultuurmakers laten elkaar met rust. En dat is goed. De afwezigheid van een gedeeld verleden in combinatie met een onzekere toekomst doet wonderen.

Niets van dat in Maastricht. Daar moet alles wijken voor de behoudende ideeën van de bestuurlijke en culturele elite. Maastrichtenaren, buiten recalcitranten als Smeets en Van der Sluis, hebben zich daar bij neergelegd. Alleen die dekselse buitenlandse studenten moet een lesje worden geleerd. Keer op keer. Feesten worden verboden, vrijhavens als Landbouwbelang beschimpt, potentiële poplocaties op het laatste moment afgekeurd. Ondertussen geven de studenten niet op. Aanstaande vrijdag organiseren ze een ‘Stop de culturele uitsluiting’-manifestatie in het stadspark. Wethouder cultuur en loco-burgemeester Costongs ontving een Engelstalige brief. Braaf maar lovenswaardig initiatief dat waarschijnlijk niet veel zoden aan de dijk gaat zetten. Mijn advies? Gewoon naar Heerlen komen. Daar is het leven spotgoedkoop, popcultuur lekker rauw en de trein (denk: metro) brengt je in nog geen half uur voor de poorten van de universiteit. Kom daar in Amsterdam maar eens om.