Het meest indrukwekkende hiphop-concert dat ik ooit zag, was de Mr. Morale & The Big Steppers-tour van Kendrick Lamar in 2023. Lamar begon in het Sportpaleis in Antwerpen achter zijn piano, omringd door de dansers, met de zin: ‘I’ve been goin’ through something.’

Kendrick Lamar. © TV Tropes
Wat dat ‘something’ zoal behelsde, maakte hij in de ruim anderhalf uur daarna duidelijk in muziek en choreografie. Gedurfd, hoe hij maar liefst 13 nummers speelde van een nieuw album dat eigenlijk geen enkele grote hit had voortgebracht. Maar hij zong het op dat album al: ‘And I can’t please everybody.’ Mental issues stonden centraal op het album, en de voornaamste daarna: daddy issues. Op zijn eerdere albums had Kendrick Lamar eveneens precies dit: een verhaal, anders wel een boodschap, en vaak beide. Hij won er tal van Grammy Awards mee, en een Pulitzer Prize.
Na het fenomenale album Mr. Morale & The Big Steppers verscheen vorig jaar een single die zijn grootste hit ooit werd, met bijna een miljard streams en vijf Grammy-nominaties. Not Like Us was een korte, maar felle en productieve ‘diss’ tussen Lamar en zijn collega-rapper Drake. Diss-tracks zijn verweven met de hiphop-geschiedenis, net als de daarmee samenhangende onderlinge rivaliteit. De beruchtste is wel die tussen rappers Tupac en Biggie, die niet toevallig allebei dood zijn.
Het heeft iets kleinzieligs, kritiek op collega’s die kritiek hebben op jou
Voor Lamar en Drake vond ik het niettemin opvallend: Lamar heeft zoveel andere zaken te bespreken in zijn teksten, Drake zingt het liefst over de liefde. In Not Like Us noemt Lamar Drake een ‘certified pedophile’. De vete heeft zich verplaatst naar de rechtszaal, vanwege die beschuldiging, en de beschuldiging van Drake dat de streamingcijfers van de hit kunstmatig zijn opgepompt door de platenmaatschappij van Lamar – tevens die van Drake zelf.
De single staat niet op het album – waar Lamar al in het openingsnummer opnieuw losgaat op collega-rappers, nu waren het Lil’ Wayne, Snoop Dogg en Nas, wat mij betreft de beste rapper aller tijden en de op-een-na-beste die ik ooit live zag.
In 1999 bracht Herman Finkers de single Dat heeft zo’n jongen toch niet nodig uit, die terechtkwam op zijn album Zijn minst beroerde liedjes. Precies dát gevoel heb ik bij die opening van het nieuwe album van Lamar: ik heb geen principiële bezwaren tegen rancune, ben er zelf ook niet vies van, maar zoals rancune niet de beste politiek oplevert, zo ook niet de beste teksten.
Het heeft iets kleinzieligs, je nieuwe album openen met kritiek op collega’s omdat die kritiek op jou hebben gehad. Zoals ook het opsommen van je materiële rijkdom (in het nummer Man at the Garden) een wat sneue indruk afgeeft. Je bent Kendrick Lamar, de beste rapper ter wereld, niet een proleet-influencer als Bas Smit. Dat is dan weer de keerzijde van al die geweldige albums die hij maakte: adel verplicht.