Een krachtmeting hing in de lucht. Natuurlijk werd er gegiecheld, geproest en gefloten. Twee klassen jongeren van een ROC uit Leidsche Rijn woonden begin november in Huis a/d Werf in Utrecht een voorstelling bij van twee dansers, nauwelijks ouder dan zij. De jongen en het meisje, Ryan Djojokarso en Maartje Plasman van Theatergroep DOX, hadden op initiatief van Productiehuis Het Lab een heftig fysiek duet ingestudeerd: Couple-Like van Keren Levi en Ugo Dehaes. Dit duo had zelf deze duizend variaties op intimiteit – stil en woordeloos met alleen het geluid van adem en contact – over de hele wereld uitgevoerd. Van Berlijn tot Budapest en van Tel-Aviv tot Poznan.

Maar nooit voor tieners.

Om de jongeren tegemoet te komen waren flarden muziek toegevoegd. Het grootste gedeelte bestond echter nog steeds uit klappende, botsende, buitelende, wrijvende en schurende lichamen: pure lijfelijkheid binnen een vriendschappelijke relatie. De jongeren schoven ongemakkelijk heen en weer. Meisjes vielen grinnikend van hun stoel. Jongens leverden luidkeels commentaar. Ze leken hitsige tijgers, klaar om de dansers na afloop aan te vallen. En voluit af te vallen. Ze hadden een duidelijke leider: een grote grofgebekte gozer vuurde de troepen aan.

Toen: applaus en nagesprek.

En plots bleek die grommende groep jongeren tijdens dat half uurtje fysieke confrontatie toch fascinerende inzichten te hebben opgedaan. Ze verbaasden en verheugden zich dat dit ook dans was, en dat de pijnlijk ogende klappen geen pijn deden, door de adrenaline van de uitputtingsslag.

Hadden Djojokarso en Plasman geen relatie?

Ongelooflijk.

Dus zo lichamelijk kon je als vrienden met elkaar omgaan?

En toen stak de ongenaakbare leider zijn hand op. Het werd stil. Iedereen verwachtte vernietigend commentaar. Maar hij zei: “Ik vond het sensueel en ontroerend.”

Couple-Like. Ook het publiek is niet altijd wat het lijkt.

ANNETTE EMBRECHTS