In 2018 zag ik in twee dagen twee concerten die niet méér van elkaar hadden kunnen verschillen. Op 18 juni zag ik Roger Waters in de Ziggo Dome. Een dag later, pal aan de overkant in de Johan Cruijff Arena, traden Beyoncé en Jay-Z op.
Roger Waters opende na de pauze met het nummer Dogs, van het Animals-album van Pink Floyd. Zijn live-versie duurde op een seconde na 16 minuten. Een dag later, aan de overkant, duurde vrijwel geen enkel nummer langer dan drie, vaker korter, want Beyoncé en haar man speelden er maar liefst 45.
Zo uitgesponnen als de muziek van Waters was, zo expliciet was ook zijn engagement: Waters nam een half uur de tijd om zijn publiek in muziek, tekst en beeld te vertellen dat Donald Trump een varken is. Bij Beyoncé en Jay-Z was alles aan de show snel, ook de boodschap: er stond een keer Feminist op hun reusachtige scherm.
Bij Roger Waters (74 toen) hoorde ik tot de jongsten: zijn publiek bestaat voor het overgrote deel uit veertigers, vijftigers, zestigers en zeventigers. Bij Beyoncé en Jay-Z hoorde ik bij de oudsten: er waren veel tieners, heel veel twintigers, wat dertigers en enkele veertigers. Zelf waren ze respectievelijk 37 en 49.
Roger Waters nam een half uur de tijd om zijn publiek in muziek, tekst en beeld te vertellen dat Donald Trump een varken is
Bij Roger Waters was ik gekleed zoals vrijwel de hele zaal: sneakers, jeans en een shirt met het logo van een band. Bij Beyoncé en Jay-Z droeg ik hetzelfde, en was daarmee ernstig underdressed. Vrijwel het hele stadion zag eruit alsof ze naar de club gingen; van de parkeergarage tot het stadion kon ik de parfumgeur volgen. Bij Roger Waters had ik steeds het gevoel dat er minstens een tape meeliep met zijn stem. Bij Jay-Z en Beyoncé was het andersom; daar speelde een band mee met de tape.
Jay-Z is zeer charismatisch. Ik zag hem enkele jaren eerder live in het Gelredome in Arnhem, toen hij daar optrad met de toen nog geniale en inmiddels toch vooral krankzinnige Kanye West. Die werd als rapper en als podiumpersoonlijkheid volledig weggeblazen door Jay-Z.
Maar naast zijn vrouw verkruimelt zelfs Jay-Z. Zelden zag ik iemand met een sterkere uitstraling op het podium staan dan Beyoncé. Ze heeft vele kwaliteiten; een daarvan is dat ze je steeds het gevoel geeft dat wat ze doet bijzonder is. Op het podium, en daarbuiten.
Vorige maand verscheen haar nieuwe album, Cowboy Carter. Het is een lekker album. Maar een lekker album is geen verhaal, dus las en zag ik overal dat het geen lekker album was, maar een revolutionair album. Voor het eerst in de wereldgeschiedenis had een zwarte vrouw het witte bastion dat country heet overgenomen.
Alsof Tina Turner nooit Good Hearted Woman heeft gezongen. Alsof Ray Charles, de Genius of Soul, nooit is opgenomen in de Country Music Hall of Fame. Alsof The Pointer Sisters nooit het countrynummer Fairytale hebben geschreven en opgenomen. Alsof Darius Rucker, die na Hootie & the Blowfish een countryster werd, wit is.
Beyoncé is een popster én een marketingster. En marketing vaart wel bij een gebrekkig collectief geheugen.