Als spreker tijdens een expertmeeting over Newtropolis wilde Johannes J. Arens niet het zoveelste praatje voor de vaak houden. Liever gooide hij de knuppel in het hoenderhok.
In de vier decennia van haar bestaan is de Euregio Maas-Rijn haar eigen rituelen gaan ontwikkelen. In een bijna ontelbaar aantal bijeenkomsten benoemden bestuurders, wetenschappers en andere betrokkenen de verschillen en problemen van een gebied met vijf cultuurgemeenschappen in drie verschillende landen. Talrijk waren ook de intentieovereenkomsten, grensoverschrijdende programma’s en samenwerkingsverbanden. Goede bedoelingen ten over, maar zonde resultaat. De groepen in de Euregio leven nog steeds langs elkaar heen.
Met die traditie in gedachten kwam Johannes J. Arens van het Zweckverband Regio Aachen naar de expertmeeting Newtropolis, eind 24 oktober in Heerlen. Hij had – in vloeiend Nederlands – tien aansporingen meegenomen. Omdat het stilaan toch eens tijd wordt om écht stappen te maken. Vrij naar Woody Allen had hij zijn inbreng Ten Things I Want to Tell About The Cultural Field (But Was Afraid to Do So). Hier komen ze:
1. Geen algemene workshops meer
Arens gelooft dat er inmiddels genoeg bijeenkomsten zijn gehouden waar werd stilgestaan bij de vraag wat de Euregio precies nodig heeft. “Bovendien klinken steeds weer dezelfde mantra’s over ‘mensen verbinden’ en ‘grenzen overwinnen’.”
2. Geloof niet in wonderen
“Ik was als vertegenwoordiger van de regio Aken betrokken bij de voorbereidingen voor de kandidatuur van Maastricht Culturele Hoofdstad van Europa 2018. Steeds weer klonk daar de diepe wens ‘Als we nu maar eens een gezamenlijk digitaal platform hadden’. Vanuit de gedachte dat zoiets zo’n beetje alle bestaande problemen zou oplossen. Onzin natuurlijk. Ga gewoon aanpakken, dingen doen.”
3. Vergeet alle rivaliteiten
Arens kent het uit de regio Aken, waar hij woont en werkt. “Aken beschouwt zichzelf als een soort Oberzentrum. De andere plaatsen in de nabije omgeving voelen zich tekort gedaan en willen voor zichzelf opkomen. In Nederland kostte het enige tijd voor ik de spanning tussen Maastricht en Heerlen aanvoelde. In België spelen soortgelijke tegenstellingen tussen Hasselt en Genk en tussen Luik en Visé. Het is deels folkloristische rivaliteit die niets oplevert.”
4. Verenig de krachten
Er mag in de Euregio dan volcontinu gepraat worden over samenwerking en synergievoordelen, dat betekent volgens Arens niet dat daar het maximale wordt uit gehaald. Vaak eerder het tegendeel. “Er zijn heel veel kleine initiatieven die bijna of helemaal hetzelfde doen.”
5. Maak gebruik van het bestaande
“Kijk naar wat er al is en maak daar gebruik van. Waarom niet die enorme stroom kopers, die naar de Ikea in Heerlen komen, attenderen op andere zaken? Zo zijn er heel veel van dat soort al ingesleten bewegingen. Ik ben zelf groot geworden in Monschau. Mijn moeder ging van daaruit vroeger steevast één keer in de week naar de markt in Vaals. Ikzelf ging destijds met de Interliner-bus van Aken naar de kunstacademie in Maastricht. Tachtig procent van de passagiers die daar in zaten, waren ook mensen van de academie of studenten van de Universiteit Maastricht.”
6. Gebruik bestaande fondsen
Financiering is voor de kunstwereld in tijden van bezuiniging een groeiend probleem, maar volgens Arens zijn er voor de attente culturele ondernemer nog best potjes te vinden. “Noordrijn-Westfalen kent zogenaamde Förderscheine, dat zijn bijdragen voor projecten met een euregionale invalshoek tussen de vierduizend en de dertigduizend euro. Veel van dat geld blijft ongebruikt. Instellingen weten het niet of nauwelijks te vinden.”
7. Ben realistisch
“Ga je als Euregio niet vergelijken met de stedelijke agglomeratie als bijvoorbeeld Düsseldorf-Keulen-Bonn.” Zelf verruilde Arens vier jaar geleden een bestaan in Berlijn voor zijn huidige baan en leven. Dat leverde veel onbegrip op in zijn omgeving. “Hoe kon ik weggaan voor een toekomst in zo’n uithoek? Ik verdedigde me dan door te vertellen dat ik terugging naar een stedelijk gebied met 3,9 miljoen inwoners. Nu weet ik dat zo’n verweer onzin is. Het is hier hartstikke leuk, hoor. Maar we zijn geen metropool. Draag dat dus ook niet uit.”
8. Minder praten over de Euregio
Ook buiten de workshops van de eerste stelling van Arens blijft euregionale ambitie volgens Arens te vaak steken in het drijfzand van eindeloze discussies. Niet doen dus.
9. Heb goede ideeën
Arens signaleert van tijd tot tijd creatieve armoede. “Dan hebben mensen of instellingen weet van het bestaan van fondsen en vragen ze: ‘Met welke projecten moet ik dan komen?’ Op die manier werkt het natuurlijk niet. Het gaat om goede ideeën.”
10. Ben moedig
Arens: “De voormalige Duitse bondskanselier Willy Brandt gebruikte een tijdje de slogan ‘Mehr Demokratie wagen!’. Dat vertaal ik voor de situatie hier dan maar naar ‘Mehr Euregio wagen!’. We moeten meer durf tonen.”
Foto: Schunck