‘Kun je één artiest noemen die al een tijdje bezig is en van wie de laatste twee albums beter zijn dan de eerste twee?’

Die vraag stelde een Maastrichtse muzikant me enkele weken geleden, nadat ik een betoog hield tegen nostalgie als voornaamste basis van muziekliefde. Touché. 

Als ik iémand moet noemen die zichzelf op latere leeftijd opnieuw heeft uitgevonden, die nu muziek maakt die volstrekt anders is dan die in zijn beginjaren, en die voor mij nog veel meer zeggingskracht heeft, dan is het wel Nick Cave. 

Een vaak gehoorde klacht is dat de rauwheid uit zijn werk is verdwenen. Die klacht geeft vooral blijk van een beperkte definitie van ‘rauw’. Als dat alleen iets zegt over productie, over zang, over gitaargebruik: ja, dan klopt het. Maar de rauwe emoties, vooral die van verlies, rouw en gemis, zitten sterker dan ooit in Caves teksten, na het overlijden van twee van zijn zonen. Soms zijn ze bijna ondraaglijk pijnlijk ongepolijst. 

Prachtige poëzie, verstopt in een voicemailbericht

Neem het nieuwe nummer Joy, dat klinkt alsof iemand een gospel heeft uitgekleed. Cave zingt: ‘I woke up this morning with the blues all around my head / I felt like someone in my family was dead / I jumped up like a rabbit and fell down to my knees / Call out all around me, said, ‘Have mercy on me, please.’

De lading van die laatste zin is alleen maar mogelijk bij een artiest die al een lang leven en een groot oeuvre achter zich heeft. Cave gebruikte dezelfde zin namelijk 36 jaar geleden ook al, in het nummer Mercy. Maar de lading ervan is nu een totaal andere. Gebruikte hij in die tijd religieuze metaforen vooral als stijlmiddel, inmiddels zijn ze een getuigenis van zijn geloof. Toen was het vooral vorm, nu is het ook inhoud.

Nick Cave met zijn kompaan Warren Ellis

Het Nederlands Dagblad, de krant van orthodox-protestant Nederland, is zeer enthousiast over Caves nieuwe album. De krant vat zijn ontwikkeling kernachtig samen: ‘Het album laat zien dat Cave weer een stuk verder is op zijn lange weg van zwartgallige verslaafde, nieuwsgierige onderzoeker, drager van onmenselijk veel leed naar nu heilbrenger en gelukzaaier.’ Mooie termen, ‘heilbrenger en gelukzaaier’. Wie had ooit gedacht dat ze nog eens op Nick Cave zouden slaan? Hij zelf als allerlaatste, vermoed ik. 

Een van de mooiste passages op het album is niet eens afkomstig van Cave zelf. In O Wow O Wow (How Wonderful She Is) brengt hij een ode aan de in 2021 overleden Australische zangeres Anita Lane. Ze was ooit kort lid van zijn band, en ze hadden een relatie. In het nummer duikt opeens een voicemailbericht van haar op, waarin ze daarop terugblikt. Ze begint met de opmerking ‘Do you remember we used to really, really have fun?’.

Haar afsluitende zinnen luiden: ‘We tried to write a contract of love / But we only got as far as doing the border / There was never any words in it / Which I thought said a lot more than anything else.’

Prachtige poëzie, verstopt in een voicemailbericht, dus in het alledaagse leven.