Laatst kwam ik in de Bijlmer terecht in een enorme stroom van jonge mensen, allemaal in staat van opwinding. Ze liepen in de richting van de Ziggo Dome. Ik moest dezelfde kant op, en gaf mezelf de opdracht op basis van hun profiel te raden naar welk concert ze gingen.

Heilung op Wacken Open Air in 2018. © Wikipedia
Eenmaal bij de Ziggo Dome waren er zo’n 20 namen door mijn hoofd geflitst. Maar niet de naam van de artiesten in kwestie: De Bankzitters. Vijf jongens die lollige YouTube-filmpjes opnemen, inmiddels met muziek erbij. Spelen kunnen ze niet, zingen evenmin, maar dat is juist onderdeel van de gimmick. Ze verkochten de Ziggo Dome drie keer uit. In Trouw stond een paginagrote recensie, met als begin van de kop: ‘Nooit eerder stond er zo’n armoedige band in Ziggo.’
Zoals de rest van de samenleving is ook de muziekwereld uiteengevallen in talloze kleine scenes. In de Tweede Kamer zit nog maar één partij met meer dan dertig zetels, er zijn nauwelijks nog programma’s waarvoor miljoenen mensen gelijktijdig voor de televisie zitten, en er bestaan nog amper artiesten die een vanzelfsprekende headliner zijn voor een festival om daar meerdere generaties te verbinden.
Overkoepelende roem lijkt verdwenen: je bent de beroemdheid van je eigen achterban. Die kan zo groot zijn dat je helemaal geen ándere achterbannen nodig hebt, of aandacht van onafhankelijke media. Volgens mij komen De Bankzitters vrijwel nooit op radio of tv.
De bandleden spelen op dierlijke en menselijke botten
Het heeft veel nadelen, zo’n wereld vol naast en langs elkaar levende bubbels. Maar er zijn ook voordelen. Zoals het feit dat in de periferie kunst kan opbloeien die waarschijnlijk veel moeilijker publiek had gevonden in de wereld van de oude poortwachters.
Laatst ging ik naar een concert van Zeal & Ardor, de fantastische band rond de Zwitserse Amerikaan Manuel Gagneux. Ze speelden ook in de Bijlmer, in de AFAS Live, als voorprogramma van een band die ik alleen van naam kende: Heilung. De zaal was uitverkocht, en die 6.000 mensen kwamen allemaal voor de hoofdact. De show van neo-folkgroep Heilung bleek een van de meest fascinerende die ik ooit heb gezien. Waarschijnlijk omdat het geen show wás.
Heilung maakt muziek die zich baseert op noordse culturen uit de IJzertijd en de Viking-periode. De bandleden spelen op onder meer dierlijke en menselijke botten. Ze beschouwen hun optredens als een magische en sjamanistische reis die het publiek in trance brengt.
Het optreden had net zoveel weg van een opera als van een musical. Wie de wereld graag bekijkt vanuit de ironische blik, zal er vooral comedy in zien. Maar het fascinerende (en verfrissende) vond ik dat er geen enkele ironie in de zaal hing. Deze wonderlijke mix van folkliefhebbers, metalheads en mensen die rechtstreeks van een yoga-retreat leken ingevlogen stond twee uur lang in een donker woud van eeuwen geleden, vermomd als concerthal in de Bijlmer.
Heilung speelt 6 juni op de Stadsweide in Maastricht.