Dat de meeslepende nieuwe HBO-documentaire Disciple, over zanger/gitarist/activist/schrijver/diskjockey/platenbaas/acteur/ondernemer Stevie van Zandt, alias Little Steven, tweeëneenhalf uur duurt, is logisch: het kost hier al zowat een alinea om al zijn activiteiten op te sommen.
Van Zandt is een multitalent. Daar lijkt de buitenwereld vaak een wat moeizame verhouding mee te hebben. Toen Tom Barman van dEus in 2003 de film Any Way the Wind Blows maakte, diende hij op de persconferentie eerst van een (Nederlandse) journalist de ‘maar u was toch zanger?’-vraag te pareren. Zanger/gitarist Luc De Vos van Gorki was ook schrijver en columnist, maar als zijn literaire werk besproken werd (met de nadruk op: áls) was de teneur altijd: zanger De Vos klust wat bij.
Terwijl het toch volstrekt logisch is dat een creatief talent verschillende uitingsvormen kent. Dat wie denkt in verhalen, die verhalen kan schrijven, maar misschien ook filmen. Dat wie emoties om kan zetten in muziek, dat wellicht ook kan op een doek (Def P, wijlen Herman Brood, Jack Poels, Robbie Willams). Dat wie een talent heeft voor de pen, dat misschien ook wel heeft voor het penseel (wijlen Jan Cremer).
Schrijver Auke Hulst heeft een lange geschiedenis van het vertellen van verhalen via verschillende lijnen. Toen ik hem in 2007 voor het eerst interviewde, had hij een nieuwe roman uit, Wolfskleren, waar ook een cd bij zat, want Hulst maakte ook muziek, onder de naam Sponsored by Prozac – hij was zijn tijd vooruit.
Tekstueel kijkt Dystopia vooruit naar een consumptiemaatschappij, tevens surveillancestaat, waar de drones je om je oren vliegen en het algoritme bepaalt hoe we dansen
Voor zijn verhalenbundel Buitenwereld, binnenzee reisde hij de wereld rond, en kwam hij terug met verhalen én foto’s. Toen hij in 2016 het Amerika van Trump verkende in een reis langs iconische muziekplekken kwam hij terug met een boek, Motel Songs, én een album, met nummers opgenomen in de meest Amerikaanse aller decors: motelkamertjes.
En anders zoekt Hulst wel samenwerkingen op met kunstenaars in andere disciplines, zoals hij deed toen hij voor zijn boek De eenzame snelweg vijftig jaar na On The Road het spoor van Jack Kerouac volgde. Zover ik weet kan Auke Hulst niet tekenen (al zou ook dat me niet verbazen), dus nam hij striptekenaar tekenaar Raoul Deleo mee, en werd het boek een verhaal in tekst en tekeningen.
Nu heeft hij een nieuw project, samen met zijn broer Hans. Die woonde jarenlang in Myanmar, tot daar een militaire coup werd gepleegd. Terug in Nederland begon hij met zijn broer Auke de eenmansband Hulst, die nu is gedebuteerd met de single Dystopia. Muzikaal blikt het lied terug op de jaren tachtig (denk aan Toontje Lager, als die niet in een discotheek maar in een donker wave-hol hadden gestaan), tekstueel kijkt het vooruit, naar een consumptiemaatschappij die tevens surveillance-staat is, waar de drones je om je oren vliegen en het ‘algoritme bepaalt hoe we dansen’.
In 1987 zong Frank Boeijen Welkom in Utopia, 37 jaar later zingen de gebroeders Hulst ‘welkom in dystopia’. Bij het album verschijnt ook een boek. Met illustraties. En van Hans Hulst ook een boek over Myanmar. Uiteraard. Je bent een multitalent, of je bent het niet.
LEON VERDONSCHOT