Op 1 april kreeg ik van Jo Coenen de vraag of ik het commentaar wilde inspreken voor een videofilm waarin alle ingediende voorstellen voor IBA-Parkstad worden gepresenteerd. Op 17 april zou de film getoond moeten worden in Theater Heerlen. Jazeker wilde ik dat doen, ik doe zoiets regelmatig en thuis hebben we een huiskamerstudiootje waarmee dat een fluitje van een cent is.
Na de toezending van het materiaal was mijn optimisme verdwenen. Was dit überhaupt een mogelijke opdracht?
Op mijn bureau lag een fors pakket A4’tjes met teksten en een voorlopige videomontage van 38 minuten, reeds voorzien van proefcommentaar. 291 voorstellen gingen met een enorme snelheid en vrijwel onverstaanbaar door de gehaktmolen. De film mocht namelijk voor de toeschouwers niet te lang worden. Ook met het beeldmateriaal was het behelpen geweest. Sommige indieners hadden een nette powerpoint-presentatie toegeleverd, maar er waren ook losse A4’tjes. En het was niet eerlijk om het ene project er fraaier op te zetten dan het andere. Ik moest binnen die 38 minuten verstaanbaar, niet te snel of monotoon te werk gaan. Dat werd dus herschrijven, inkorten en mijn gewoonlijk kalme bariton omtoveren in het wervende geluid van de discjockey.
Tot op het laatste moment werd aan de video gesleuteld door ons team. Dat stond onder leiding van een zogenaamde pepper, iemand die het Professional Experience Program volgt, een architect in de kinderschoenen, zeg maar. De mijne was piepjong, heette Manon en had nog nooit met filmeditors gewerkt, of met freelance tekstschrijvers die haar opa konden zijn. Ook dat nog.
Maar Manon bleek prima te weten wat ze wilde en knalde de montage er binnen een week uit. De nachtrust was er bij ingeschoten, de video was maar net op tijd klaar en het zweet stond nog op de koppen. De film duurde veertig minuten. Wat gingen we het publiek aandoen?
Tijdens de presentatie, het theater zat bomvol, vond ik een stoel vlakbij de deur – om snel weg te zijn als ik het niet meer kon aanzien. Viel er al iemand in slaap? Moesten er opvallend veel mensen naar het toilet? Werden ze onrustig waardoor mijn met zoveel inzet voorgelezen commentaar onhoorbaar was?
Niets van dat alles. Toen ik na afloop de stemming peilde, bleek dat niet de verveling overheerste maar de verbazing over de rijke oogst die de eerste IBA-oproep had opgeleverd. En daar was het Jo Coenen om te doen. Je kunt hem niet betrappen op grote kennis van de mediapraktijk, maar uiteindelijk gebeurt het zoals hij het in zijn hoofd heeft.
Wat is zijn geheim? IBA-Parkstad is een kleine organisatie die op schijnbaar achteloze wijze door Jo Coenen in elkaar is gezet. Je komt er personeelsleden tegen van zijn eigen architectuurbureau, zoals Manon. Soms ontmoet je oude bekenden uit de Limburgse cultuurwereld. Jonge, kleine mediabedrijfjes worden ingeschakeld voor opnamen en montages, werkhuizen worden ingericht met enthousiaste vrijwilligers. Structuren binnen de organisatie? De bouwmeester bedenkt ze ter plekke.
IBA-Parkstad is fris als het voorjaar van 2015. Nee, bij Jo Coenen lijkt me niets onmogelijk.