Schuilplaats Verweerde binnenkant van een gespleten knotwilg, mantelschors waarin je schuilen mag tegen de regen. En zoals je daar staat, geborgen als een peul in zijn schil. En je hoort de dikke druppels in het zandpad ploffen. En zoals je daar staan blijft, lang, in open afzijdigheid naar de velden gekeerd, de nacht en de schors in je rug voelt groeien. Zo vredig je een schuilplaats voor al je nagangers wordt. Paul Hermans (Maastricht, 1953) publiceerde gedichten in De Tweede...

geluksvogel illustratie

Dit artikel is alleen toegankelijk voor Zout-abonnees.

Log in als u al abonnee bent of klik hier als u het wil worden.
Zout bestaat dankzij lezers zoals u. In 2025 zoeken wij 1200 abonnees. Sluit u nu aan!

Abonneer nu