“Hallo Piet.” Het klonk heel zacht. Ik keek om mij heen maar zag niemand. Ik kende trouwens ook niemand die mij ‘Piet’ noemde. Zelfs de Sicilianen noemden me Pieter of Pietro. Het bleef stil. Net toen ik dacht dat ik me vergist had hoorde ik het weer, nu iets harder: “Hallo Piet.” Het kwam ergens van de achterkant van het huis. Ik liep naar het hek en daar zag ik een kleine man staan. Hij stak zijn hand uit. “Ik...