In 1983 vierde ik mijn twaalfde verjaardag. Minoes van Annie M. G . Schmidt lag naast mijn ontbijtbord. In de zomervakantie van hetzelfde jaar ging ik terug naar mijn moeder. Vanaf het begin was dat de bedoeling geweest. Het was in ons gezin nog steeds gevaarlijk voor mij. Op een dag belde ik een wegloophuis op de hoek van een straat in een telefooncel. Volgens de vrouw die ik aan de lijn kreeg klonk ik niet paniekerig genoeg. Elke beslissing...