Glas Elke morgen stond ze voor het raam te wuiven.  Ik zwaaide terug, maar wist niet wie ze was.  Buiten ging het leven door, maar ’t hare  ging niet verder dan het glas.  Als ik terug van school kwam keek ik even;  het vierde raam, begane grond:  een witte muur met stille plooien,  alsof de vrouw niet echt bestond.  En toen kwam ik haar buiten tegen,  haar gang voorzichtig als op glas.  Ik groette haar; ze liep op scherven.  Ze...

geluksvogel illustratie

Dit artikel is alleen toegankelijk voor Zout-abonnees.

Log in als u al abonnee bent of klik hier als u het wil worden.
Zout bestaat dankzij lezers zoals u. In 2025 zoeken wij 1200 abonnees. Sluit u nu aan!

Abonneer nu