Terwijl de bio-industrie met haar luidruchtige zwanenzang bezig is, laat Stefan Cools zien hoe je op een andere manier naar het landschap kunt kijken en, belangrijker, er deel van kunt uitmaken.
Van oudsher kijken kunstenaars naar de natuur vanuit een menselijk perspectief. Stefan Cools (Sittard, 1981) pakt het anders aan. In de expositie Uit het leven van een vlinder in Museum De Domijnen in Sittard draait hij het perspectief om. Hij gaat uit van het landschap, van de planten die er staan en de dieren, veelal insecten en ander klein grut, die er leven. Het is een zinvolle omkering. Gaat het slecht met de vlinders, dan gaat het ook slecht met de mensen.
‘In het museum reconstrueer ik wat ik in het landschap heb gezien. Dan vallen de puzzelstukken samen die ik buiten niet zag’, zegt Cools in de documentaire Een zee van vlinders die cineast Richard Dols over hem maakte. Delen van de docu zijn alvast te zien in de expositie, waarin Cools een verslag van zijn natuurprojecten samenbrengt met een artistieke weerslag ervan.
Cools, voor wie een kunstenaar per definitie ook onderzoeker is, stelt zich daarbij vragen als: ‘Hoe kunnen we onze cultuur op de natuur afstemmen als we onze manier van leven willen veranderen?’ In die gedachtegang is de bio-industrie al lang een gepasseerd station.

Stefan Cools, Bakstenen uit een veld (2022). foto ZOUT magazine
Voor het beheerproject Lepidoptarium, een verzonnen woord voor een archief voor kennis over vlinders, zaaide Cools verspreid over Limburg zes velden in waarvan hij de ontwikkeling liet volgen door bijna 100 burgeronderzoekers. Na twee jaar bleek het veld in Maastricht de minste vlinders te herbergen; mogelijk spelen de hoge concentraties fijnstof in die stad daarbij een rol.
Uit het leven van een vlinder bevat ook alledaagse voorwerpen uit het landschapsbeheer; in deze museale opstelling benadert hij ze als ‘readymades’, zoals de ooit beeldbepalende muizenruiters, of als ‘objets trouvés’. Bij de laatste categorie hoort Bakstenen uit een veld, een mozaïek van naast de akker gegooide stenen. Boeren houden niet van stenen in de grond; ze verlagen de opbrengst en beschadigen hun landbouwmachines. Cools keert ook hier het perspectief om: de stenen trekken insecten aan en zorgen voor meer mineralen, waardoor een betere bodemstructuur ontstaat. In het museum herinneren de stenen ons aan een te ver doorgevoerde modernisering van de landbouw, en daardoor de uitputting van de bodem.
Stefan Cools, Uit het leven van een vlinder. Van 21.5 t/m 30.10 in Museum De Domijnen in Sittard. dedomijnen.nl