Eén Barbie had ik. Ze woonde in een afgedankte beautycase van mijn moeder, samen met Ken en haar vriendin Skipper. Mijn Barbie had lang blond haar en plastic oorbellen. Je liet ze best zitten. Barbie had grote gaten in haar kaken. Ze waren niet charmant. En verder raakten die oorbelletjes altijd zoek in de rooie wol en de Perzische motieven van het tapijt in de woonkamer.
Verder herinner ik me een gele regenjas en gummi voetjes. De knieën van mijn Barbie waren twee overtrokken scharnieren die knikten met een eigenaardig geluid. En dan was er nog haar bekkenspier. Zat daar nu een dikke elastiek of niet? Ik ben het vergeten. In ieder geval heeft Barbie eindeloos veel spagaten moeten uitvoeren. Linkerbeen vooruit. Rechterbeen vooruit. Hup, hup! En dan hetzelfde zijwaarts, in een ongezonde spreidzit. Dat arme mens!
Haar werd geen rust gegund. Barbie had drie bobbels die gedurig ontbloot en bevoeld werden. Nee, het was niet écht. Iedere keer opnieuw, wilde iedereen toch nog even kijken. Dan waren de tieten in de catalogus van de 3Suisses duidelijker. Het postorderbedrijf verkocht sponsen sportbroeken, polootjes in alle kleuren én verstevigende borstdouches. Ieder seizoen was het bladeren naar de mevrouw met de boezem en de machine. Barbie bood weinig inkijk.
Het geluk van Barbie was dat ze geen Sindy was. Sindy was ook zo’n pop, maar minder duur. Haar hoofd kon eraf, met een zachte plop van haar harde lijf. Een Sindy had ik ook. Ze droeg een zakdoek met gele bloemetjes om de lendenstreek. Van daaruit vertrokken twee zakdoekpunten omhoog. Om haar schouders waren ze vastgeknoopt, als een pareo op Bounty Island. De drapage kwam van onze schoonmaaktster, een Portugese weduwe, zwijgzaam en helemaal in het zwart. Mijn Sindy zat niet in de beautycase. Zij slingerde rond tussen de rommel.
Ik wist niet hoe dit kon, een roze pudding opstoken met commercie, ironie en childhood memories
Zoveel achteloze herinneringen dat ik heb! Zo weinig aandacht had ik voor de nieuwe film van Barbie. Geen enkele aankondiging gelezen. Ryan Gosling genegeerd. Van Margot Robbie nog nooit gehoord. Kon mij wat schelen. Tot ineens een personal influencer naar voren trad. Los van Big Algo, bestaat het nog, een levend mens dat zegt: ‘Ga naar Barbie kijken. Het is iets voor jou. Je gaat het grappig vinden.’
‘Iedereen heeft iets roze aan’, merkte ik bezorgd op, bij het schepsnoep aan de kassa. ‘Ja’, sprak het gezelschap. ‘Jij ziet er meer uit of je naar Backdraft gaat kijken, met die regenjas van jou.’ We pasten allebei niet in het plaatje. Hij had te veel haar op de verkeerde plaats, bijvoorbeeld. We leken wel een vader en een moeder, ongewenst opgedoken op een jeugdfeestje. De bioscoop zat vol baggy gewemel en energie. En hier moest ik met mijn ouwe ironie terecht?
Maar jongens, zo hard gelachen. Ik wist niet hoe dit kon, een roze pudding opstoken met commercie, ironie en childhood memories. De pudding trilde, maar hij bleef blinkend overeind. Met mijn ene Barbie in de afgedankte beautycase van mijn moeder maak ik ook deel uit van het geheel. Iedereen zit met hetzelfde gedoe opgescheept, de eeuwige spagaat tussen wat je verwacht en wat je krijgt. (Soms een Sindy!) En zo krijg je onverhoopt zin om -nondedju – een trui van Barbie te bestellen bij Mattel, gewoon omdat het leuk is om te leven.