De Genkse theatermaker en actrice Naomi Velissariou geldt als een groot talent. In augustus kreeg ze de KBZ TAZ Jongtheatermakersprijs voor haar voorstelling A Tragedy (simplified). “Onze generatie is niet zo van de morele statements. We zeggen echt niet: stop eens te kijken naar al die brainloze shit op tv en lees een boek.”

“Wacht, ik zal het eens voordoen,” zegt Naomi met Vlaamse tongval. Glimlachend zoekt ze een plek in de woonkamer van haar huis in de Amsterdamse bloemenbuurt – zeker zo multiculti als de cité in het Belgisch-Limburgse Genk waar ze opgroeide. Ze pakt een minuscuul momentje van concentratie en gooit er dan een stortvloed aan woorden uit, remt af, spreekt enkele woorden heel langzaam uit en schakelt dan weer in de overdrive. TV-presentator Matthijs van Nieuwkerk, onmiskenbaar.

Sinds Naomi Velissariou (Bilzen, 1984) in twee jaar geleden afstudeerde aan de Maastrichtse Toneelacademie krijgt ze prachtige kritieken. Zo ook voor The Truth About Kate waarin ze in twee uur in razend tempo vijftig stemmen vertolkt, van Miley Cyrus die geil aan een formica stoeltje likt tot zangeres Béyoncé en van actrice Bridget Maasland tot Matthijs van Nieuwkerk dus. Celebrities die vaak heel zorgvuldig hun imago opbouwen via de (social) media en zichzelf in de markt zetten of laten zetten. Maar wat is echt en wat is fictie? In de vertolking van Naomi Velissariou is Kate een soort wereldster aan de keukentafel die haar leven bij elkaar verzint en becommentarieert.

“Er schuilt niet echt een psychologie achter, we tonen meer de buitenkant van de televisiecultuur”, zegt Naomi aan haar eigen tafel. “We hebben eindeloos veel YouTube, slechte televisie en celebrity-documentaires gekeken en zijn daarmee aan de haal gegaan. Het duurde wel even eer al die personages in mijn systeem zaten. Je moet gewoon goed kijken. Neem Sophie Hilbrand, zij heeft een heel aparte manier van lopen.” Ze staat op en loopt als een krab door de kamer. Een krab met lange benen in een latexbroek op suède paarse pumps.  “Sophie loopt altijd met haar schouders recht naar de camera. Ik weet niet wat ze heeft. Maar als je het nadoet, wordt het super komisch.”

Maar wat moeten we met een parade aan typetjes? Dat woord wil Naomi in dit verband niet horen. “Mijn generatie, ooooooh wat een woord, is opgegroeid in een wereld waar je de hele tijd die beeldvorming ziet; die veelheid aan mogelijkheden om jezelf in de media te profileren. Wij zijn ons daar bewust van en maken er een voorstelling over. Er zit geen moreel statement achter. We zeggen echt niet: stop eens te kijken naar al die brainloze shit en lees een boek. Zo’n voorstelling is het helemaal niet. Want het is geen kommer en kwel maar superleuk. Drugsverslaving, miskramen, scheiding, alles wat die celebrities de wereld in slingeren over zichzelf, dat verzint Kate bij elkaar omdat ze op internet en op tv ziet dat het kán.”

En dat in het theater.

“Theater is een traag medium dat heel erg geschikt is om aan te tonen dat al die snelle media heel normaal zijn geworden. Ik heb zelf geen tv, maar YouTube en Facebook zijn niet meer weg te denken en een deel van de dagelijkse werkelijkheid geworden. Dat is zo evident dat het zijn evidentie verliest. Ik hoor zo vaak dat deze voorstelling vanwege de snelheid topsport is. Ja, ik heb heel hard moeten trainen om dit ook fysiek te kunnen, maar de snelheid in het theater ligt nog altijd beduidend lager dan de snelheid waarmee je op internet scrolt.”

De vaart van Kate lijkt ook het leven van Naomi Velissariou te bepalen. Sinds haar afstuderen in Maastricht dendert ze door. Een afspraak maken is behoorlijk ingewikkeld. Kater Kevin miauwt zich een ongeluk dat het baasje er weer even is. “Ik heb besloten dat ik werkverslaafd ben. Anders ga je de hele tijd wachten op een vrije dag en word je gek van de angst dat je een burn-out krijgt.”

Haar ritme wordt dezer dagen bepaald door de Chileens-Nederlandse filmregisseur Paloma Aguilera Valdebenito met wie ze haar eerste film opneemt. “Dat is ongelofelijk heftig, heel hard werken, dagen van twaalf uur aan een stuk. Daarmee vergeleken is theater voor mietjes. En dat ga je niet boven je artikel zetten hè.” Ze roept het nog eens extra hard in de dictafoon.

Haar grootvader kwam uit Griekenland om in de mijn van Waterschei te werken. Aanvankelijk wilde ze politica worden, maar uit liefde voor de taal koos ze voor de Toneelschool. Ze was jong en vond het allemaal te ingewikkeld en te esoterisch. Ze stopte met haar opleiding en begon een studie Nederlands & Theater-, Film & Literatuurwetenschap in Antwerpen. Toch begon het na haar afstuderen te knagen. “Ik vroeg aan Halina Reijn, die ik vaag kende, of ze me kon helpen door een auditie te regelen op de school waar zij had gezeten, de Toneelacademie in Maastricht. Een week later heb ik in Antwerpen man, huis en kat achtergelaten. Ik had zeven jaar studie achter de rug en deed mezelf nog één opleiding cadeau. Maastricht was echt een feest en een bevrijding.”

Je kwam ook weer dicht bij huis…

“Mijn Griekse vader en Vlaamse moeder werkten allebei bij Ford Genk. Ik heb daar ook gewerkt in de vakanties. In mijn voorstelling A Tragedy (simplified) vertel ik over mijn verhouding met Genk. We waren allemaal Ford-kinderen. Elke zomer gingen mijn ouders en ik een maand naar Griekenland. Dus ik heb de Acropolis, Delphi en het labyrint van koning Minos een keer of tien gezien nog voor het einde van de middelbare school. Daar had ik een hele goede leraar Grieks en Latijn die mij films van Pasolini en Lars von Trier liet zien en opera’s van Verdi. Je moet gewoon één hele goeie leraar hebben, dan gaat een wereld voor je open. Maar als je als puber al die high culture krijgt voorgeschoteld, vind je al snel dat er in Genk helemaal niks te doen is. Dus vertrok ik op mijn achttiende naar Antwerpen. Toen ik anderhalf jaar geleden hoorde dat Ford Genk zou sluiten, realiseerde ik me wat voor een kaalslag dat betekende voor zo’n stad. Mijn voorstelling is eigenlijk een soort rechtzetting van mijn arrogantie als puber. Zeker geen afrekening, zoals een recensent suggereerde. ”

Tijdens haar afstudeerjaar in Maastricht besloot Naomi de castings en premières over te slaan. “Ik kreeg een beurs in het kader van talentontwikkeling van de Belgische provincie Limburg en heb mijn universitaire studie gebruikt om concepten te schrijven. Daarmee ben ik overal gaan leuren. Frascati heeft dat toen opgepikt.”

Ze debuteerde met een solo getiteld Mr Jones, maakte de voorstelling Kwartet: Een powerballad met Urland, viel in de prijzen met A Tragedy en maakte afgelopen seizoen haar vierde eigen voorstelling I SEE YOU. Sindsdien stromen de aanbiedingen binnen. Ook van grote gezelschappen. “Ik ben echt niet vies van het grote toneel maar het is geen doel waar ik naar toe werk.” In elk geval zal Velissariou tot 2017 acteren en producties maken bij Frascati. De volgende première is in juni 2015.

Als ze niet in het theater staat als Kate, organiseert ze ’s avonds, na gedane arbeid op de filmset, bijeenkomsten met haar team voor de nieuwe voorstelling. “Dat begint doorgaans met een simpel, droog concept: Ik wil live op het toneel iemands identiteit tot op het bot ontrafelen. Dat idee heeft nu al heel wat stadia doorlopen en vormen aangenomen. Gisteravond hebben we met ons team, schrijver, dramaturg en acteur, op mijn hotelkamer artikelen doorgespit over de filosofische, sociologische en psychologische aspecten van zo’n identiteitsdeconconstructie.”

Is er veel verschil in acteren tussen theater en film?

“In de film beleef je elke dag als een première, je gaat door op elke take tot het goed is, en dan pas laat je los. In het theater repeteer je gestaag aan een stuk en uiteindelijk voer je het op voor een wisselend publiek dat invloed heeft op het acteerspel waar het naar kijkt. In de film is er minder ruimte voor abstractie in het spel. Het moet realistisch blijven, ook als het groots en meeslepend is. In het theater zal niemand het bijvoorbeeld nog in zijn hoofd halen kabeljauw met sperziebonen te koken omdat het script dat voorschrijft, maar in de film moet dat dus wel. In het theater moet je  proberen beyond geloofwaardig te zijn, de abstractie of de feitelijkheid proberen te overstijgen; bij film moet het heel echt zijn.”

De grootste valkuil, weet ze, is teveel tegelijk en te veel werk. “Als je het oprecht in dit vak staat, kun je nooit voor een beetje gaan. Ik probeer wel eens een dag vrij te nemen maar dat lukt niet goed. Op de vloer en op de set krijg je zoveel impulsen en maak je zoveel mee dat ik, als ik dan wel een dag vrij heb, alleen nog behoefte heb om op de bank te zitten met een kop thee, en Kevin op schoot.”

Foto: Perry Schrijvers