De tijd gaat sneller naarmate je ouder wordt. Memorabele momenten tuimelen te snel van mijn harde schijf – die in mijn hoofd bedoel ik. Zoals Theo Maassen al zei: “Ik vergeet alles, behalve de reclamedeun van Domo-vla”.
Voor dit stukje duik ik dus diep in de prullenbak van mijn geheugen. Daar tref ik Lou Reed aan, die in juni op de Piazza Granda in Arezzo zijn ooit geflopte Berlin zag opvoeren met strijkers en kinderkoor.
Thuis draai ik Maria, Cecilia Bartoli’s hommage aan operazangeres Maria Malibran en in de auto klinkt Magic van Bruce Springsteen. Maar de (toegegeven, late) ontdekking van 2007 was toch Antony & the Johnsons, een tip van collega Hollman.
Beeldenmaker Erik Habets fabriekte met schoolkinderen in The Underground Gallery in Maastricht een auto van klei, getiteld ‘Uit de löss getrokken’. Top. Dat kan ook gezegd worden van de come back die het Stedelijk Museum maakte met Andy Warhol Other Voices, Other Rooms.
Al lezend nam ik mijn hoed af voor Paralipomena van Maarten Doorman en De vrouwen van Mussolini van Frans Denissen. Eye opener was Mediapolis. Populaire cultuur en de stad van Alex de Jong en Marc Schuilenburg.
Ik ging naar The Queen van mijn favoriete filmregisseur Stephen Frears en zag dat het goed was. Net als bij het theaterstuk Petrus Regout van Hans Trentelman en Het Vervolg, opgevoerd in een oude fabriek. De engelen uit dat stuk zweven nog steeds door mijn hoofd. Vlak boven die vermaledijde harde schijf.