Donald Trump gaat ook de Amrikaanse kunstwereld naar zijn hand zetten. Nadat hij eerst een deel van het bestuur verving, heeft zich afgelopen woensdag tot voorzitter laten benoemen van het Kennedy Center in Washington, een prestigieus muziek- en theaterpodium.
Op zijn pr-kanaal Truth Social had hij vorige week al aangekondigd dat er een nieuw bestuur zou aantreden ‘met een uitmuntende voorzitter, DONALD J. TRUMP.’ De nieuw aangetreden bestuursleden zijn Trump-getrouwen, zoals Usha Vance, de vrouw van de vice-president.
Volgens Trump was zijn benoeming unaniem, maar volgens CNN hebben er bestuursleden tegengestemd of zich onthouden van stemming. Tal van medewerkers en artistieke adviseurs van het centrum zijn inmiddels opgestapt, zoals sopraan Renée Fleming en singer-songwriter Ben Folds. De website van Kennedy Center is ‘wegens onderhoud’ gesloten.
In zijn vorige ambtsperiode weigerde Trump prijsuitreikingen van het Kennedy Center bij te wonen, omdat sommige laureaten zich kritisch over hem hadden uitgelaten. Nu heeft hij de niet-loyale bestuursleden ontslagen omdat ‘ze niet onze visie delen voor een Gouden Eeuw in kunsten en cultuur.’
Het Kennedy Center werd in 1971 opgericht ter herinnering aan de vermoorde president John F. Kennedy. Er zijn meer dan 2000 optredens per jaar. Het centrum heeft een overheidsbudget van 48 miljoen dollar.
De vertrekkende bestuursvoorzitter Deborah Rutter liet een statement achter vol subtiele kritiek op de gang van zaken. ‘Het doel van het Kennedy Center is om de naamgever eer aan te doen door als baken voor de wereld te fungeren en ervoor te zorgen dat ons werk Amerika weerspiegelt. Ik vertrek uit mijn functie en ben trots op alles wat we hebben bereikt om die ambitie waar te maken.’
‘Net als onze democratie zelf moet artistieke expressie gekoesterd, bevorderd, geprioriteerd en beschermd worden. Het is geen passieve onderneming; er is zelfs geen duidelijker teken van een goed functionerende Amerikaanse democratie dan onze artiesten, het werk dat ze maken en het onvervreemdbare recht van het publiek om actief deel te nemen.’