Een jaar zou ze in Maastricht blijven. Maar grafisch ontwerpster Dongyoung Lee (Seoul, 1980) heeft verlenging gekregen: een half jaar extra. Het heeft te maken met haar moeizame start op de Van Eyck Academie. “De eerste vijf, zes maanden had ik geen idee welke kant ik op moest. Ik probeerde wanhopig een eigen taal te vinden, maar het lukte me niet.”
Misschien is het terug te voeren op haar achtergrond. Na haar opleiding tot grafisch ontwerper in Seoul werkte ze vijf jaar lang commercieel. Toen ze begreep dat dit werk haar niet voor langere tijd blij zou maken, volgde ze het voorbeeld van twee van haar favoriete ontwerpers. Die hadden aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht gestudeerd. Op naar Utrecht dus.
Daar werd ze gewezen op de mogelijkheden op de Van Eyck. Na veel praten met andere postdoc-onderzoekers en begeleiders kreeg haar werk daar alsnog richting. Taal en symbolen zijn het centrale thema in haar werk op dit moment. “Het Latijnse alfabet, dat hier gebruikt wordt, is vreemd voor mij. Ik zie geen letters maar beelden. Dat is ook een beetje wat ik nu doe. Ik zet voorbeeldzinnen uit woordenboeken om in beelden. Aanvankelijke leidde dat textiele en ruimtelijke experimenten. Nu beperkt het zich tot foto’s en letters. Eigenlijk heel kort bij de wereld van het grafisch ontwerp waar ik vandaan kom.”
De Maastrichtse wereld van Lee is klein. “Ik ben nog nooit aan de overzijde van de brug geweest”, bekent ze. Aan de oostkant van de Maas daarentegen is ze goed genoeg thuis om een paar Geheimmtips te kennen. Zoals: “Bakkerij Hermans heeft de lekkerste vlaaien.”
De diversiteit in Nederland vindt ze aantrekkelijk. “In Zuid-Korea is het meeste op kunstgebied geconcentreerd in één enorme stad, Seoul. In Nederland vind je galeries en instellingen ook in relatief kleine plaatsen. En die hebben dan ook nog een heel eigen gezicht. Kijk bijvoorbeeld naar Marres hier in Maastricht.”
Als haar tijd bij de Van Eyck erop zit, wil ze verhuizen naar Amsterdam. “Het wordt moeilijk. Veel mensen zijn sceptisch, als ik erover vertel. Die stad is vergeven van ontwerpers. Toch wil ik proberen hoe ver ik kan komen. Mijn motivatie is nog net zo sterk als toen ik mijn vaste baan in Zuid-Korea opgaf.”