Woensdag 1 september. Ik rijd naar Verviers (B) voor een concert van de Amerikaanse country & bluesartiest Guy Forsyth. Mijn gedachten dwalen af naar de eerder die dag gestorven Jean Nelissen. Wat ik niet van die man heb geleerd! Dat de zoon van Johan Museeuw onder water ter wereld is gekomen, dat op de hellingen van de Apennijnen de lekkerste paddenstoelen van Italië groeien en dat als Greg Lemond de metaaldetector passeert, de apparatuur begint te piepen vanwege de loden kogeltjes in zijn lichaam.
Verviers maakt een troosteloze indruk. Om met de schrijver Thomése te spreken: als een kermis in de ochtend.
Spirit of 66. Wie een hippe poptempel verwacht, komt bedrogen uit. Ik waan me in een verlopen gribus in Albuquerque: gedempt neonlicht, landkaart van de legendarische highway U.S. Route 66 boven het podium, Americana-attributen aan de grauwgerookte muren.
Guy Forsyth uit Austin voelt zich senang in deze Deep South ambiance. Hoe valt het anders te verklaren dat hij de hele avond loos gaat voor ’n handjevol benevelde Walen? Spelend op een verpauperd instrumentarium (gitaar, mondharmonica, ukelele, zingende zaag) zingt hij de longen uit zijn lijf, grommend als Tom Waits, hysterisch als Screamin’ Jay Hawkins. Eenmaal zelfs zonder microfoon wanneer hij zich als een volleerd belcantozanger tussen de verbouwereerde kroegbezoekers begeeft.
Na anderhalf uur, als je denkt dat de man zijn buik vol heeft van dit verlopen drankhol, kondigt hij doodleuk een ‘short break’ aan. Daarna geeft hij ‘m nog eens anderhalf uur van katoen.
Vorige maand was Guy Forsyth in D’n Hiemel in Maastricht. U was er natuurlijk wéér niet bij.
FONS GERAETS