Naam: Ruben Veenhuysen
Geboren: 1971, Amsterdam
Beroep: Advocaat bij Paulussen Advocaten in Maastricht
Woont in: Eben Emael (B.)
Studeerde: Internationaal Recht aan de Universiteit Maastricht
“Na mijn VWO wilde ik rechten gaan studeren aan een universiteit waar internationaal recht hoog staat aangeschreven: ik had toen nog de ambitie om secretaris-generaal van de VN te worden. Ik kon kiezen uit Leiden en Maastricht en koos, vrij willekeurig, voor de laatste.
Toen ik hier kwam studeren, werd ik door Maastrichtenaren als ‘Hollander’ beschouwd, wat integreren soms lastig maakte. Nu is dat wat minder; men beseft dat mensen die van elders komen, hier gewoon een mooi bestaan willen opbouwen.
Na mijn afstuderen heb ik twee jaar in Amsterdam gewerkt, maar bij de geboorte van mijn eerste kind besloten mijn toenmalige partner en ik terug te gaan naar Maastricht vanwege de rust, onze vrienden hier en de vertrouwde omgeving.
Als Zuid-Limburg ‘braindrain’ en bevolkingskrimp wil tegengaan, moet de regio studenten veel meer aan zich binden. Laat ze zien dat hier mogelijkheden zijn. Neem nu zoiets kleins als openingstijden van winkels. Ik snap dat eenmanszaken op zondag liever dicht zijn, maar tijden veranderen: jongeren willen ook op zondag winkelen. Zie het als een rijdende trein: als je er eenmaal op zit, moet je mee.
Deze regio biedt volop mogelijkheden. In de Randstad is alles wel een keer gedaan, hier ligt nog veel meer onontgonnen gebied, alleen al door de grensstreek. Maar je moet wel het risico durven nemen. Ik wil mensen helpen die de sprong wél wagen. Mijn VN-ambitie heb ik intussen laten varen, maar ik zou graag mijn juridische kennis inzetten om kunstenaars, muzikanten, schrijvers en fotografen bij te staan. Ze krijgen allemaal te maken met de valkuilen rond intellectueel eigendom (IE). In het IE-recht staat niets vast. Veel zaken draaien om interpretaties van wetten en inlevingsvermogen van rechters; juist het veranderlijke maakt het zo interessant.
Als ik oud ben, woon ik in warmer oorden. Vooral de Spaanstalige culturen bevallen me wel.”