Voordeel van de voorbije lockdowns is dat museummedewerkers weer eens goed hebben kunnen rondkijken in de depots. Vaak levert dat verrassende resultaten op. Zo heeft Het Noordbrabants Museum in Den Bosch de abstracte schilderijen van Pieter Stoop tevoorschijn getoverd.

Pieter Stoop (Breda, 1946) exposeerde midden jaren zeventig met leeftijdgenoten als Pieter Verhoef, Eli Content en Jan Andriesse onder de titel Elf schilders in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Zijn doorbraak; Rudi Fuchs kocht zijn werk aan voor het Van Abbemuseum en ook het Noordbrabants Museum verwierf elf schilderijen.

Daarna ging het zoals met al die andere kunstenaars die abstract schilderden. Wat in de jaren tachtig dé leidende stroming leek in de schilderkunst, verdween in de decennia daarna naar de achtergrond. Kunstenaars die niet meebewogen, raakten uit de gratie; hun kansen om te exposeren werden snel minder. Zo verging het ook Pieter Stoop; zijn meest recente expositie is alweer van ruim tien jaar geleden.

Het Noordbrabants Museum vond zijn werk in het depot en viert het als een herontdekking. Het museum spoorde de intussen gestopte kunstenaar op, en combineert werken uit de eigen collectie met zelden getoonde doeken uit Stoops atelier voor de solo-presentatie Pieter Stoop: Groots en wild.

Pieter Stoop, Zonder titel (2005). Collectie kunstenaar

De hernieuwde kennismaking laat zien dat Stoops expressieve schilderstijl niets aan kracht heeft ingeboet; zijn werk doet allerminst gedateerd aan. De invloeden van Willem de Kooning en Bram van Velde zijn nog steeds zichtbaar; vooral de grote werken ogen nog steeds fris en krachtig.

Pieter Stoop volgde opleidingen in Tilburg en Maastricht, aanvankelijk wilde hij tekenleraar worden. Na een paar jaar gewerkt te hebben in Amsterdam ontwikkelde hij in zijn zoektocht naar een evenwicht tussen organische en geometrische vormen een eigen stijl.

In een oud interview zei Stoop meer bezig te zijn met het schilderen dan met het schilderij. In Den Bosch is goed te zien wat hij daarmee bedoelde: laag voor laag zette hij zijn doeken op, met grote streken. Hij schilderde met zijn hele lijf.

Stoop onderscheidde zich van zijn generatiegenoten door zijn vloeiende, beweging suggererende verflijnen. Soms, op een aantal gouaches, is de invloed zichtbaar van het neo-expressionisme van de Nieuwe Wilden uit Duitsland. Wat Pieter Stoop: Groots en wild vooral laat zien, is dat Stoop destijds terecht tot de top van het Nederlandse abstract-expressionisme werd gerekend. 

Pieter Stoop: Groots en wild. Van 18.06 t/m 02.10 in Het Noordbrabants Museum in Den Bosch. hetnoordbrabantsmuseum.nl