De voorstelling Tauberbach van choreograaf Alain Platel wordt wereldwijd bejubeld. De honderdste voorstelling staat op stel. “De spelers willen ontdekken hoe ze ouder worden in een voorstelling.”
Hij reist kriskras door Europa, onlangs was hij zelfs op het tropische eiland Réunion, een Frans departement ten oosten van Madagaskar. Drie van zijn producties (Tauberbach, Out of Context – for Pina en Coup Fatal) zijn momenteel op tournee. En als artistiek leider wil Alain Platel (Gent, 1956) er per se bij zijn.
Is die hectiek niet fnuikend voor de creativiteit?
“Geenszins. Het creatieve werk gebeurt tijdens de repetities. In januari begin ik aan een nieuwe dansproductie en dan ben ik alleen dáár op gefocust. Het toeren geeft trouwens veel inspiratie. Ik kom op onbekende plekken, ontmoet veel boeiende mensen en ondertussen wordt de voorstelling ook nog eens gefinetuned. Want ik blijf bijvijlen, ook dat stimuleert de creativiteit.”
In welke gemoedstoestand komen de beste ideeën?
“Meestal is er geen sprake van één specifieke gemoedstoestand. Als ik toch moet kiezen: in een melancholische bui. Dan heb ik de meest interessante invallen. Of dat leidt tot goede resultaten is iets anders.”
Lars von Trier zegt dat al zijn filmscripts ontstaan onder invloed van alcohol en drugs.
“Het verwondert me niet dat kunstenaars in een dergelijke toestand heftige dingen kunnen maken, maar voor mij is dat onmogelijk. Ik zou niet kunnen functioneren. Echt niet.”
Platels meest recente theaterproductie Tauberbach is gebaseerd op de documentaire Estamira, die het barre leven volgt van een schizofrene vrouw die leeft op een vuilnisbelt bij Rio de Janeiro. Ze is gestoord maar niet gek. In het stuk speelt Elsie de Brauw, actrice van NTGent, Estamira, de vijf dansers zijn medebewoners. De cross-over van toneel en dans levert een ongekend succesvolle voorstelling op.
Waarom zoekt u zo vaak de versmelting met andere disciplines?
“Ik weet niet of ik daar bewust naar op zoek ben. In de eerste weken van de repetitie laat ik alles toe. Er komt dan veel informatie via mezelf en de dansers binnen in de vorm van films, foto’s en boeken. Ik ben wel intens bezig met de vraag hoe soundscapes en muziek optimaal in een voorstelling verweven kunnen worden.”
Over het repetitieproces van Tauberbach maakte Carine Bijlsma een documentaire. Het is vooral een film over de worsteling van Elsie de Brauw, die in de beginfase zwaar geïmponeerd raakt door de dansers. “Ik zag die film aanvankelijk niet zitten”, zegt Platel, “maar heb de opnamen toch toegestaan. Ik ben enorm verrast door het resultaat. Ik heb de film laten zien aan eerstejaarsstudenten van de School of Art in Gent. Ze waren er diep van onder de indruk. Ze zagen een begenadigd actrice op rijpere leeftijd compleet onzeker worden. Elsie kreeg het gevoel: ik kan eigenlijk niks.”
Plaats van handeling is een vuilnisbelt. Wilt u een statement maken?
“Het is niet bedoeld als politiek statement. Ik wil voorstellingen maken die verankerd zijn in de samenleving. Als je het verhaal vertelt van een vrouw die op een afvalhoop leeft, neem je positie in. Al mijn voorstellingen gaan eigenlijk over de vraag hoe mensen proberen te leven en te overleven, en over de poëzie daarvan. Ik heb veel compassie met mensen aan de zijlijn.”
Moeten de bezoekers aan het denken worden gezet?
“Ik hoop vooral dat ze van alles voélen. Ze moeten worden geraakt. Ik wil niet dat ze teveel denken tijdens de voorstelling. Als mensen mij na afloop vragen waar de voorstelling over gaat, voel ik me ongemakkelijk. Dan denk ik: gij hebt zitten prakkiseren. Als ik de vraag terugkaats, blijkt men vaak precies datgene te verwoorden wat onze intentie is. Mensen moeten meer vertrouwen op hun eigen oordeel.”
De soundtrack in Tauberbach is van Bach. Niet alle uitvoeringen zijn muzikaal van superieure kwaliteit; integendeel. Platel, van origine orthopedagoog, maakt gebruik van Bach-cantates die worden gezongen door een dovenkoor. “Het klinkt als geloei van een bende beesten. Zeer schokkend als je dat voor het eerst hoort. Maar ik werd er onmiddellijk door geïntrigeerd, mogelijk omdat ik vroeger met dove acteurs heb gewerkt. Het koor was vertrekpunt van de voorstelling. Ik heb er met de dansers heel vaak naar geluisterd en we hebben deze kakofonie volledig uit elkaar gerafeld.”
De reacties van publiek en pers waren lovend. Verraste dat?
“Absoluut, en dat is geen pose. Tauberbach is een complexe voorstelling, een lappendeken van kleine en grote details. Je moet je oren en ogen goed de kost geven. Vlak voor de première kreeg ik het gevoel dat het genieten zou worden voor het publiek.”
“Binnenkort spelen we de honderdste voorstelling. Ik zie dat de spelers nog altijd enthousiast zijn, zelfs meer enthousiasme aan de dag leggen dan in het begin. We blijven spelen zolang de spelers het willen. Ze willen ontdekken hoe ze ouder worden in een voorstelling. Dat vind ik een mooi gegeven.”
Hoe denkt u over de bezuinigingen die de podiumkunsten hard hebben getroffen?
“Dat er vanwege de crisis moet worden bespaard is evident, maar dat kan ook zonder hakbijl. Ik vind het verontrustend dat zich nu ook in Vlaanderen het dèdain begint te verspreiden waarmee wordt neergekeken op mensen die met kunst en cultuur bezig zijn. Kunst wegzetten als ‘linkse hobby’ begint hier ook wortel te schieten. Ik vind het verschrikkelijk moeilijk om daar mee om te gaan, zeker als ik zie hoe hard en met weinig middelen kunstenaars werken.”
Alain Platel – Tauberbach. Op 3 februari in C-mine Genk. www.c-mine.be