Huisje met het hart
We hadden geen toilet, maar een huisje,
aan de binnenplaats, onze eigen straat;
geen zacht papier, maar een zwarte krant
op de stenen vloer, doodgelezen;
en een hart, een hoog hart in het hout.
In het huisje was het kil, een schrale wind
kwam onderlangs; druppels verspilden en
mijn onderbroek werd nat, gele schande;
maar mijn aandacht bleef bij dat citaat:
wie heeft daarboven het liefdeslicht gezaagd?
AD VAN ITERSON
Uit: Ad van Iterson, Sintels
Heerlen, Uitgeverij Leon van Dorp, 2017