Wolken
Daar was hij dan
de optocht van de wolken.
Voorop de wolken van zee, zwart en vol onweer.
Ze vernietigden hele dorpen,
verdronken de dieren
in hun nachtzwarte regen.
Het laatst kwam de kleine
met de kleuren van de vleermuis,
huiden van prikkeldraad,
rafels vol tanden en dolken.
Ze stroomden over de vlakte
en de verre huizen.
Toen de laatste verdwenen was
rolde de wind zich op
in de stilte,
een gevaarlijke hond.
Wij bleven achter als niemand
in onze dorpen van niets,
schimmen van nooit meer hetzelfde
met voor altijd de as en de geur
van het einde.
CEES NOOTEBOOM
Uit: Cees Nooteboom, Vos
Amsterdam, De Bezige Bij, 2022