Tweede adem
Ik denk dat dit mijn tweede adem is,
zei mijn zus. Sterk
lijkend op de eerste, maar die
eindigde, weet ik nog. O
wat een adem was dat, zo krachtig
dat de bladeren van de bomen vielen.
Ik dacht het niet,
zei ik. Nou, ze lagen anders wel
op de grond, zei mijn zus. Weet je nog
dat we door het park in Cedarhurst renden, ,
op de bladerhopen sprongen, ze vernielden?
Jullie sprongen nooit, zei mijn moeder.
Jullie waren brave meisjes; jullie bleven waar ik jullie neerzette.
Niet in ons hoofd,
zie mijn zus. Ik sloeg
mijn armen om haar heen. Wat
ben jij een dappere zus,
zei ik.
LOUISE GLÜCK
Uit: Louise Glück, Winterrecepten van het collectief
Vertaald door Radna Fabias
Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam, 2022