DE BOEREN BOEREN
Het is nacht. Wij boeren, boeren ons te pletter,
hoog boven onze trotse combine tronend
en heersend over elke morzel gronds
als aar na aar en halm na halm de tarwe valt.
Al wat gezaaid werd, moest op ons bevel snel groot
en dient per se vannacht geoogst. We kunnen niet wachten
om te bezitten en wat wij bezitten, willen wij behouden,
zelfs als u daar de slaap voor laat. Verwacht van ons
maar geen excuus. Wij stillen tenslotte uw honger.
– Maar wij? Joehoe? Ja, wij! Hier zijn wij. Wij, koeien
van Oordegem tot Pollinkhove, van Manila tot Jalabad
tot in onze uiers opstandig omdat wij almaar
moeten groeien en liter of kilo moeten afstaan:
hebben wij dan niets te brommen of te loeien?
Het is nacht. De boeren boeren. Met zoveel ijver
dat het iedereen verwart: boeren de koeien
of loeien de boeren? En ik? Yes, Milord,
met al mijn gentlemanlike ikkerigheid:
tot in de diepste nacht moet ik ze horen. Ramen
trillen. Maagdenvliezen staan op springen.
LUUK GRUWEZ
Uit: Luuk Gruwez, Balts
Amsterdam/Antwerpen, De Arbeiderspers, 2023