BWA-PL Wij bereiken na een tocht door een druipend bos het Randmeer. Het was alsof een slapende haar ogen opende en ons kende. Jij zat voorop. Ik legde mijn hand op de warme kokosnoot van je schedel. Het licht keek ver je ogen in. Ik zei: dit is nu water. Wa-ter. Wa-ter. Wa-ter zei ik nog een keer. En jij zie: bwa-pl Je zei het nog een keer. Het was zeker, zoontje van mij, dat wij het niet begrepen. WILLEM...