Plooien
Ik knipperde met mijn ogen en ineens was het december. Koortsachtig blader ik door het jaar. De teller blijft steken op een snikhete dag in juli, de dag waarop ik nieuwe hoop kreeg. Bijna wilde ik de losgeslagen modewereld voorgoed de rug toekeren, maar toen was daar Alexander van Slobbe. Niet in Parijs, maar in een kleine show in de architecturale omgeving van Bureau Europa in Maastricht. Crisis? Met enige tegenzin stapte ik er binnen – strenge deurcontrole, gezoen in de lucht, schriele gilletjes – kennelijk hoort het erbij, maar eraan wennen zal ik nooit.
Braaf neem ik plaats op de smalle houten bankjes (au, dat kan beter meneer Van Slobbe) en ik zie Odile Wolfs op de front row. ’t Is weer eens wat anders dan Anna Wintour. Zwetend wachten de gelukkige genodigden op de nieuwe luxe van Van Slobbe. De muziek begint – iets te arty-farty, maar vooruit – en het eerste engelachtige model dient zich aan. Hm. Niet slecht. Dan volgen er meer engelen en terwijl ze luchtig voorbij zwieren schuif ik naar het puntje van mijn bankje. Die silhouetten, die plooivalling… Hoe krijgt hij het voor elkaar? De sobere jurken, gevouwen sculpturen uit een rechthoekige lap, zijn intimiderend eenvoudig en prachtig tegelijk.
Hoera – denk ik oververhit doch euforisch – ze bestaan nog: ontwerpers die geen karikatuur maken van mode, maar degelijk vakmanschap afleveren zonder al te veel poespas, gewoon vanuit de basiselementen: een lap stof en een lichaam. Een zoen in de lucht en drie schriele gilletjes voor Alexander van Slobbe!