In het begin van de jaren tachtig maakte ik met vriend en collega Jules D. elke maandagavond een radioprogramma bij de ROZ, de Regionale Omroep Zuid, voorloper van L1. Het programma duurde twee uur, was live, had een hoog politiek en cultureel amusementsgehalte en trok niet alleen veel luisteraars maar ook veel bezoekers. Een succesnummer kortom.

De uitzending begon om vijf uur en mijn vriend en ik bereidden ons altijd aan het begin van de middag voor. We trokken ons dan terug in een van de vergaderruimtes, schreven de teksten, namen de volgorde van de onderwerpen door, verdeelden de rollen en de vragen.

Voor een van die programma’s hadden we een verzameling Nederlandse schrijvers uitgenodigd, die in hun werk iets over Limburg hadden geschreven. Een van hen was de in 1992 overleden Bob den Uyl, schrijver van prachtige droevige en tegelijk komische korte verhalen.

Den Uyl meldde zich tegen tweeën. We gaven hem een hand, posteerden hem in de kantine en gingen verder met onze voorbereidingen. Rond vier uur kwam de kantinejuffrouw ons bezorgd melden dat onze gast al aan zijn tweede jonge klare bezig was. Niet zomaar een glaasje, nee, hij had haar gevraagd een flesje Spa leeg te laten lopen en dat vervolgens te vullen met de jenever. En dat flesje was dus nu al voor de tweede keer gevuld. We hebben haar gerustgesteld met de mededeling dat hij daar vast en zeker tegen kon. Het werd een hilarische uitzending met Den Uyl in een absolute hoofdrol.

Bob den Uyl herinnerde zich dit alles later nog maar matig. Begrijpelijk. In de bundel Een uitzinnige liefde uit 1986 schreef hij er kort over in het verhaal Kracht naar kruis (ook opgenomen in het in 2006 bij Thomas Rap uitgegeven Onuitroeibare misverstanden): “Als ik door Kanne rijd en aan het eethuis In Kanne en Kruike voorbij kom, herinner ik me in een korte flits van lamplicht en lawaai hier eens te hebben gegeten, in gezelschap van een aantal dichters en medewerkers van de Limburgse radio. Waar de uitzending over ging, weet ik niet meer, maar dat valt te raden. Wel weet ik nog de stormloop op de bar toen alles achter de rug was (…)”.

Er is die avond in In Kanne en Kruike goed gegeten en vooral mateloos gedronken. Ik weet nog dat Den Uyl vertelde dat hij de volgende dag naar het casino in Spa zou gaan. Hij vroeg mijn vrouw om hem te vergezellen. Het einde van de avond kan ik mij helaas niet meer herinneren.

De volgende ochtend werd ik brak wakker. De misselijkmakende lucht van vers gezette koffie drong tot de slaapkamer door. Mijn vrouw was dus niet mee gegaan naar Spa. Of Bob den Uyl het heeft gehaald weet ik niet.

Ik besloot om die dag in bed te blijven.