Veel steden beschouwen cultuur als economische motor. In Roermond ligt het accent iets anders. Eerst infrastructuur en economie, dan komen kunst en cultuur aan de beurt. “En daar schamen we ons niet voor”, zegt wethouder Jos van Rey. “Als de mensen zijn uitgewinkeld”, voegt directeur Marc Bauwens van het Designer Outlet Center toe, “moet je andere dingen kunnen bieden.”
Een klavecimbel of een piano, vraag Jos van Rey niet om het onderscheid. Zegt hij zelf, Van Rey mag graag koketteren met zijn gebrekkige kennis van kunst en cultuur. Over de jaren 1979-1982, toen hij in Roermond wethouder cultuur was, zegt hij: “Ik was een absolute non-kenner. Die portefeuille was me absoluut niet op het lijf geschreven.” Met enige zelfspot maakte hij dat kenbaar door elk instrument als een accordeon te betitelen.” De toenmalige Oranjerie-directeur Jo Adams nam me een keer mee naar een boekpresentatie in het museum, in de Cuypers-zaal. Naast me zat een hele belangrijke schrijver. Wie? Dat weet ik niet meer. Er was ook een klavecimbelconcert. Na afloop zei ik: ’Die man speelt verdomde goed accordeon.’ De schrijver moest zo hard lachen dat hij naar buiten moest om weer bij zijn positieven te komen.”
Inmiddels zijn we dertig jaar later en is Van Rey (67) alweer veertien jaar wethouder en de motor achter vrijwel alle ontwikkelingen in de stad op het gebied van infrastructuur, stedenbouw en economie. In de stad gebeurt niets zonder medeweten van Van Rey, het heeft hem de geuzentitel ‘onderkoning van Roermond opgeleverd. Intussen heeft hij zich ook op het vlak van de kunsten ontwikkeld. “Gaande de jaren ben ik cultuur meer gaan waarderen. Met de ontwikkelingen rond het Cuypershuis en ECI is dat in een stroomversnelling geraakt. Het is begonnen met de architectuur, en de beeldkwaliteit van de stad. Wat ik persoonlijk sterk heb onderschat, is de uitstraling in Nederland van architect Pierre Cuypers en de pr die hij voor de stad kan hebben, dat we dat nooit eerder hebben opgepakt. En omdat ik als lid van Provinciale Staten een keer op Alexander van Grevenstein, toen nog directeur van het Bonnefantenmuseum, ben afgestapt, zit het Bonnefanten nu ook in ECI Cultuurfabriek.”
De laatste tien jaar heeft Roermond zich ontwikkeld van provinciaal lelijk eendje tot koop- en uitgaansstad van internationale betekenis. Grote trekker daarin is het door Van Rey fel bevochten Designer Outlet Center. Ook de infrastructuur is op orde. Na de A73 kwam de A68, noodzakelijke verbinding met het Duitse achterland. Met aan de oostkant van de stad verrezen Retail Park is Roermond de oude rivaal Venlo als koopstad ruim voorbijgestoken. Vanaf 2009 kwam er onder leiding van wethouder Tilman Schreurs, partijgenoot van Van Rey, ook aandacht voor de in al die dynamiek achtergebleven voorzieningen voor kunst en cultuur. Het wegkwijnende Stedelijk Museum werd verbouwd tot Cuypershuis, de stadsgeschiedenis kreeg onderdak in de bibliotheek en de beeldende kunst verhuisde, samen met CK Theater, Kunstencentrum, filmhuis en poppodium De Azijnfabriek naar ECI Cultuurfabriek.
Waar veel andere steden cultuur profileren als economische motor, bewandelde het ‘Roermond-model’ een andere weg: eerst wegen en werkgelegenheid, dan kunst en cultuur. In die volgorde. Van Rey: “En daar schamen we ons niet voor. Je moet eerst brood op de plank hebben. Dan begin je met datgene waar je sterk in bent, sterker te maken. Bij ons is dat van oudsher retail. Het Designer Outlet Center kwam daarbij als een geschenk uit de hemel. De oude binnenstad heeft een grote diversiteit aan winkels. Maar als je er niet in slaagt om nieuwe consumenten te trekken, krijg je, kijk maar naar andere steden, een probleem. Tweede was de bereikbaarheid – al hoort die eigenlijk op één. Dan komen kunst en cultuur. Daarin hebben we prioriteit gegeven aan monumentenzorg en evenementen. Dat is in een stroomversnelling gemaakt door het besluit om het museum te sluiten en daar het Cuypershuis van te maken.”
Zat die volgorde vanaf het begin zo in uw hoofd?
Van Rey: “Belangrijkste is dat de werkloosheid enorm is gedaald, van twintig procent in 1998 naar 4,9 procent. Zo komt er komt nieuwe zuurstof in de stad. Dan moet je zorgen voor woningbouw, ruimte scheppen voor jonge gezinnen. Het ECI-complex ken ik natuurlijk zo lang ik leef. Een deel ervan was al gerestaureerd voor bedrijven, dat is een aanjager geweest voor de rest. Met de komst van de culturele functies vallen de puzzelstukjes in elkaar. Eromheen worden de komende vijf, tien jaar honderden woningen gebouwd.”
Zo wordt cultuur toch nog een economische trekker.
Van Rey: “Als je tien, vijftien jaar geleden zei dat cultuur een onderdeel van de economie was, werd je gekielhaald. Ik heb altijd gezegd: cultuur is een vorm van beschaving, en cultuur is belangrijk voor economische ontwikkeling.”
Hoe is het met de verhouding subsidie en eigen inkomsten bij ECI?
Van Rey: “De precieze getallen ken ik niet, daarvoor moet u bij wethouder Moussaoui zijn. Een groot deel van de inkomsten zal uit de horeca moeten komen. Over een jaar of twee zal duidelijk zijn of dat voldoende is voor de exploitatie die we hebben afgesproken. Het belangrijkste is dat we hier nieuwe bezoekers trekken, nieuwe consumenten.”
“Jos, ongelooflijk!” Zo begon een handgeschreven briefje dat Jos van Rey laatst kreeg van burgemeester Pieter Broertjes van Hilversum, na een bezoek van de gemeenteraad van die stad aan Roermond. En dan was het gezelschap nog niet eens aan de ECI toegekomen. Van Rey kan eindeloos putten uit anekdotes van buitenstaanders die perplex staan over de metamorfose die Roermond de afgelopen tien jaar heeft ondergaan.
Wie dat proces van binnenuit heeft meegemaakt, is Marc Bauwens, directeur van het Designer Outlet Center dat inmiddels aan de derde uitbreiding sinds 2001 bezig is. Bauwens (65) is Antwerpenaar, hij heeft een pied à terre aan de Markt in Roermond. Lachend: “Van daaruit kijk ik uit op de werkkamer van Jos. Ik kan zien hoe laat daar ’s avonds het licht uitgaat.”
ECI Cultuurfabriek past in het Roermondse streven om kooptoeristen langer aan de stad te binden. Hoe stelt u zich dat voor?
Bauwens: “In 2011 hadden we 4,1 miljoen bezoekers. Van hen bezoekt 42 procent ook de binnenstad, die ligt op loopafstand. Een outletcenter op 300 meter van de kathedraal is uniek in de wereld. Door die nabijheid is er synergie. Ligt het een kilometer verder, dan hebben we dat niet meer in de hand. De gemiddelde tijd die mensen bij ons blijven, is 3,5 uur, dan is vooral de man in het gezelschap uitgeshopt. Dat is nog geen dagdeel, terwijl zeker de Duitsers in een holiday mood verkeren. Zo’n dag in het buitenland is voor hen toch een exotisch uitstapje. Het ligt voor het grijpen om ECI daar bij te betrekken. Dat ligt weliswaar een kilometer verderop, maar met het opknappen van de Roerkade, waar het goed toeven is, zijn we op de juiste weg.”
Ligt er een concreet plan tot samenwerking?
Bouwens: “Nee, maar ik heb het er wel met ECI-directeur René Lebens over gehad. Het gaat over miljoenen mensen, hier ligt een uitdaging. Als de mensen zijn uitgewinkeld, moet je andere dingen kunnen bieden. Dan kom je op het gebied van leisure. We hebben al een themapark voor kinderen en een bioscoop met zeven zalen. ECI past in de uitbreiding van die mogelijkheden.”
De Antwerpenaar, tevens vice-voorzitter van het Roermondse city management, kent de potentie van Midden-Limburg beter dan menig ingezetene. Bauwens: “We zijn gewend te rekenen in reistijden. Binnen een reistijd van anderhalf uur naar Roermond wonen 26 miljoen mensen.” Vanuit dat perspectief kijkt Bauwens ook al naar het meerdaagse verblijfstoerisme. “Deze regio heeft ook nog het blauw van de Maasplassen, en aan de andere kant van de stad het groen van het Nationaal Park De Meinweg. Vooral de Maasplassen zijn nog niet voldoende geëxploiteerd.” Van Rey: “Dat komt door de Stalinistische opstelling van Rijkswaterstaat. Elke ingreep in het stroomgebied van de Maas moet regionaal gecompenseerd worden. Als het ECI-complex er niet al had gelegen, had Rijkswaterstaat er geen toestemming voor gegeven.” Bauwens: “Het gaat om meerdaagse bezoekers. Het hotelaanbod in Roermond is daar al op berekend. Het Arresthuis, de oude gevangenis, heeft een ongelooflijke belevingswaarde. Met de historische binnenstad, het DOC, het verblijfstoerisme en nu deze cultuurtempel heeft deze stad een geweldig aanbod. Van Rey: “We zijn het best bewaarde geheim van Limburg.”