Eind september, het was op mijn verjaardag, belde Nouna. We hadden elkaar niet meer gesproken sinds 2005, het jaar van haar voorgenomen huwelijk, in Libanon. Ik zou erbij zijn, maar de Israëlische aanval gooide roet in het eten. Ze werd voor de tweede keer in haar leven met ouders en familie haar geboorteland uitgebombardeerd.
Nouna heeft haar studie geneeskunde in Maastricht afgerond en is begonnen met een promotie-onderzoek. Haar plan om daarna een vrouwenkliniek te beginnen in haar geboorteland staat nog recht overeind.
Ik dacht aan de dagen dat ik haar leerde kennen, in de weken na 9/11, toen Nederland ontdekte dat hier bijna een miljoen moslims wonen die misschien iets anders tegen de wereld aankijken dan wij. Dat vonden we vreemd. Tijdens een publiek debat in die periode vroeg een zekere Sidi zich met zachte g af waarom we ons zo druk maakten om als tweederangs burgers weggezette moslims als hij. “Over tien jaar is China de echte vijand van het Westen, dan heeft niemand het nog over de islam.”
Die woorden schoten me halverwege het boek Quadriga van F. Springer te binnen waar iemand zegt: “God bless them, de Chinezen, nijver volkje dat uiteindelijk de wereld zal regeren.” Het is bijna zo ver, de aanstaande valutaoorlog tussen de VS en China is de prelude. De Marokkaanse Limburger Sidi, ik zag hem laatst met kinderwagen door de stad lopen, en het fictieve Springer-personage krijgen gelijk.
Intussen hebben we een regeringsverklaring waar het woord ‘bank’ niet in voorkomt, en het woord ‘boerka’ wel. En nog steeds berichten de media over Wilders’ krampachtige pogingen de geschiedenis in te halen. Arm Nederland, zo in de ban van een zieke man.
WIDO SMEETS