Het is 29 juli 1972 als een honderdtal meters bij mijn ouderlijk huis vandaan het groots aangekondigde concert van het dan al internationaal hoog aangeschreven viertal uit Den Haag, The Golden Earring, in de grote tent van de Parkfeesten, staat aangekondigd. Ik ben zeven.
Ik herinner me drukte, brommers en lang haar. Jongens met lang haar. En mijn moeder, die net als vele andere vrijwilligers haar steentje bijdraagt voor de fanfare, door in de aanpalende bus broodjes met knak te smeren en verkopen.
Met een zware bas en hevig dreunende drum, val ik in slaap. Als ik ontwaak, fiets ik door het weideland in de Hollandse polder met haar ontelbare kanaaltjes en sloten. Het is koud en mijn vingers tintelen. Ik ben 56.
MAT VAN DER HEIJDEN