Fascinatie voor militaire zaken
“Ik kom uit een familie van militairen. Mijn vader was militair, mijn grootvader. Op mijn zeventiende ben ik bij de marine gegaan. Ik heb vier jaar lang gevaren, ben overal geweest, van Noorwegen tot Puerto Rico, heb piratenpatrouilles uitgevoerd voor de kust van Somalië. Ik kon bijtekenen maar ik had genoeg gezien en gespaard om mijn opleiding te bekostigen. Voor mijn vader was het even slikken dat ik naar de kunstacademie wilde. Mijn ouders zijn niet joods maar hadden al jong een fascinatie voor Israël, vandaar mijn joodse voornaam en mijn joodse opvoeding. Het geloof zelf is niet zo belangrijk voor me maar aan de rituelen en taferelen hangt een vreemde magie die ik herken in het maken van kunst. Soms hoef je maar heel simpel met materiaal bezig te zijn om zo’n gevoel te ervaren.
Ik heb altijd veel getekend, maar op de academie in Maastricht vooral geschilderd. Hoewel ik alle disciplines benut, denk ik nog steeds als een schilder. Uiteindelijk ben je toch steeds bezig om ruimte te creëren en uit te beelden. Neem die plas van transparant rubber daar. Het is niet meer dan een vertaling van een gedachte van een schilder. Alleen ligt de plas hier op de grond en staat-ie niet op doek.
Mijn ouders hebben een huis in de Eiffel, ik fiets er graag naar toe en fotografeer veel onderweg. Mijn fascinatie voor militaire zaken heeft me naar de Siegfried-linie geleid en de Westwall, een aaneenschakeling van Duitse militaire bunkers langs de grens, van Kleve bij Nijmegen tot boven Basel. Veel van die bunkers hebben een coating die na zeventig jaar nog steeds aanwezig is. Die pigmenten schraap ik van de muren en verzamel ze in potjes zodat ik er muurschilderingen mee kan maken. Dat vind ik mooi, eigenlijk waren die pigmenten bedoeld ter camouflage, ik maak ze juist zichtbaar.
Mijn werk begint met het materiaal. Als ik niets meer heb, ga ik shoppen in de bouwmarkt of buiten in de wijde omgeving. Terug in het atelier bestudeer ik dan alle mogelijkheden en kom ik vanzelf op gang. Als een kind dat verzeild is in een geheel eigen wereld. Sommige mensen groeien daarover heen, ik dus niet. Bij mij gaat dat door. Er zal vast wel een filosofie zijn die dat allemaal verklaart, maar ik wil gewoon aan de slag. Soms zie je in de vormen nog wel iets terug van mijn graffiti-verleden. Ik ben altijd op zoek naar de juiste vorm, maar kom altijd terug bij de driehoek, de cirkel en het vierkant.
Voor de tentoonstelling in Heerlen heb ik zes nieuwe werken op het oog, een muurschildering met bunkerpigment zal ik ter plekke maken. En er volgen er meer. Ik ben genomineerd voor de Volkskrant Beeldende Kunst Prijs 2013 met een tentoonstelling in het stedelijk Museum Schiedam in maart. In oktober volgt een kleine solo in het Bonnefanten in de reeks Tales from the Backyard. Het afgelopen jaar heb ik geen bijbaan hoeven nemen omdat ik werk kon verkopen, terwijl het toch echt geen gemakkelijke tijd is. Er moet nog heel veel komen, dit is nog maar het begin.”