Op de dag dat ik richting het gemoedelijke Deinze reis, is het één en al hoosbui, en donkergrijs. De banner van het museum prijst ‘Emile Claus, prins van het licht’ aan.

Na het zien van het jubileumoverzicht over Emile Claus (1849-1924) in het Museum van Deinze en de Leiestreek (Mudel) komt het me voor dat de kunstenaar de deur niet eens uitging als de zon niet scheen.

Binnen is het druk, Claus raakt hier duidelijk een snaar. Bijna al zijn werken zijn met de Leiestreek verbonden, en uit alle periodes van zijn oeuvre zijn de mooiste schilderijen opgehangen. Het schiet wat op en neer, maar je ziet de realist Claus losser gaan schilderen, tot hij de belangrijkste impressionist en luminist van het land wordt. Het is waar: door zijn schilderkunst begrijp je die stroming zonder verdere uitleg. Zie de zijdelingse volle zon op het gezicht in Roker in Tlemcen (Algerije) uit 1879, het licht dat binnenvalt zoals In de kroeg uit hetzelfde jaar. 

Spontaniteit en realiteit worden gemixt. Ontroerend mokkende kleuters maar ook schurkerige notabelen worden onderwerp. Pas na 1891 eist het landschap een eigen rol op; met stevige luchtpartijen en zinderend licht. Het werk Winter uit 1924 is ronduit betoverend; ijl en ijskoud zijn het licht en de kleuren. De natuur neemt echt de overhand. En zo klopt ook het grote portret van de oude tuinman op zijn blote voeten, met vuile schort en openhangende bloes. Het is eigenlijk geen portret van iemand, maar van zijn liefde voor de natuur.

Emile Claus, De oude tuinman (1886-1887). Collectie La Boverie, Luik

Bietenoogst is helemaal impressionant, het doek meet 3.60 x 4.80 meter en is vooral van enige afstand een lust voor het oog. Men was geshockeerd dat zulks boers tafereel zo groot werd afgebeeld – verkopen deed het nooit. Nu is het werk hét pronkstuk waar zelfs het museum door is ontstaan. Een sociaal scharnierwerk, opgebouwd vanuit overtuiging en anders dan de ‘bestelde’ portretten van dames die bij hem schilderles kregen.

Anna de Weert had voor het hare wel het driedubbele willen betalen, zo mooi vond ze het. Hoe Claus met zonlicht speelde, textiel en goudblond haar kon fijnschilderen. Dat ís ook mooi.

Ook in De Communicanten (Paaszonneschijn) uit 1893 zie je het. Het lijkt wel een snapshot. Dat hij daar, op dat pad met een schildersezel moet hebben gestaan, en dan alles zo kon neerzetten, dat is meesterlijk. Terecht dat Claus niet alleen de titel Prins van het Licht kreeg, maar ook die van Meester van Astene. 

Emile Claus, prins van het luminisme. Tot 26.01 in Mudel, Museum van Deinze en de Leiestreek.