‘Je kunt je hopeloos voelen in een hopeloze wereld, en toch doorgaan met wat je de moeite waard vindt.’
Deze herinnering, aan het eind van de vorige Entre nous, was bij een lezer ‘ingeslagen als een schicht’. Hij beloofde erop te gaan kauwen.
Het ging dus over hoop, vorige keer, een veelgebruikt woord dezer dagen. We lezen of horen dat we hoop moeten houden; kennelijk is er geen andere weg om uit de malaise te komen. Intussen vragen lezers me om stukjes met een hoopvol einde, of om ‘over iets moois te schrijven.’
Nou vooruit, laten we het proberen.
Paulus, oud-militair en grondlegger van het christendom, introduceerde in zijn Eerste brief aan de Korinthiërs de gulden driehoek geloof, hoop en liefde. Lange tijd bood de hoop, voor gelovigen dan toch, het perspectief van een hiernamaals. De hemel. Zo’n 2000 jaar later weet niemand of die nog wel open is. Of überhaupt nog bestaat.
Ook het goddeloze kabinet Schoof heeft zijn bestaansrecht gebaseerd op zo’n driehoek. Hoop, lef en trots stond er boven het hoofdlijnenakkoord. Freek de Jonge maakte er zich in zijn eindejaarsshow nog ouderwets boos over.
Waar moeten we die hoop op baseren? Er gaan geen deugden in schuil, laat staan ambitie. En Nederland ís al zo ambitieloos. Waar is het perspectief, waar is de belofte? Zoals – bijvoorbeeld – in de jaren na 1945. Zelfs na een afschuwelijke wereldoorlog en de hel van de Holocaust was er nog ruimte voor optimisme, voor geloof in vooruitgang.
Nadat Francis Fukuyama het Einde Van De Geschiedenis uitriep en de democratie en het kapitalisme tot eeuwige winnaars had gekroond, verdwenen belofte en perspectief uit beeld. We hadden, hier en nu, alles wat ons hartje begeerde. Was dat niet genoeg dan?
Wie vermoedt dat het lezen van het recent verschenen boek Hoop van de Duitse schrijver/historicus Philipp Blom uitkomst biedt, kan zich beter schrap zetten. ‘Waarom nog hopen’ luidt de titel van het eerste hoofdstuk. Na een bladzijde of zeven is het raak. We zijn welvarender dan ooit, constateert Blom. We zijn gezonder, leven langer, hebben de kindersterfte achter ons gelaten, kennen minder hongersnoden en oorlogen – toch zijn we de wanhoop nabij. Hoe komt dat?
Dat weten we natuurlijk best. Omdat we geen antwoord hebben op de clusterfuck aan crises die we op ons geweten hebben: klimaatopwarming, vernietiging van ecosystemen, vervuiling van de oceanen, instorting van de biodiversiteit, vluchtelingenproblematiek, de wereldwijde onderwerping aan Big Tech, de afbraak van democratische waarden.
Er is geen religie of ideologie meer die ons richting geeft. We hadden een premier die visie een vies woord vond; hij is nu baas bij de NAVO. Terwijl we ons afvragen waar we onze hoop op kunnen richten, leven we ons leven alsof er niets aan de hand is. Blom: ‘We zagen de tak af waarop we zitten, en zingen intussen een vrolijk liedje’.
Oei. Stukje bijna klaar, en nog steeds geen opstapje naar een hoopvol slot, naar ‘iets moois’ om mee af te ronden. Biedt die verdomde hoop nergens een geitenpaadje dat ons wegleidt van de afgrond? Kun je, zoals in de beginzin van dit stukje, je hopeloos voelen en toch iets van hoop putten uit ‘doorgaan met wat je de moeite waard vindt?’ Zoals die Amerikaanse tv-presentator deed na de eerste verkiezingsoverwinning van Trump. Hij spoorde de kijkers aan ‘hard te blijven werken om de wereld te brengen waar we willen dat die is’.
Daar zit geen woord Spaans bij. En het is een andere houding dan die van de hedonist die iets prevelt over hoop maar om de dooie dood geen afscheid wenst te nemen van de status quo.
‘Het weigeren van de toekomst’, stelt Blom vast, ‘is een symptoom van de hopeloosheid, van het verval van samenlevingen die geen gemeenschappelijk project meer hebben.’
De hoop zit hem, kortom, in de belofte van verandering. Zoals – bijvoorbeeld – in de jaren na 1945. In de moed ons verlies te nemen en de toekomst als een gemeenschappelijk project te zien.
Ook Philipp Blom blijkt een gulden driehoek te hebben. In een activistische formulering: verandering brengt toekomst brengt hoop. In die volgorde.
Op naar een beter 2025!
WIDO SMEETS