‘Leed kun je niet voelen door er alleen maar over te lezen in een van die boeken van jou’, krijgt de ik-persoon in Tarántula van Eduardo Halfon aan het eind van het boek naar zijn hoofd geslingerd.
Klopt. Om er dan maar mee te stoppen is tegelijkertijd geen optie. Schrijven, fotograferen en filmen over de waanzinnig geworden wereld om ons heen, het zal niet stoppen.
In Tarantula beschrijft Halfon hoe hij – beter gezegd: zijn literair alter ego – als jongen van 13 in een concentratiekamp voor joodse jongeren terecht komt. Het is een door een Israëlische geheime dienst georganiseerd nepkamp om opgroeiende joden een idee te geven van wat hun ouders en grootouders hebben doorstaan. De kampleider draagt een hakenkruis om de arm, de kinderen een Jodenster.
Erover schrijven heeft geen zin, legt de kampleider hem jaren later uit, je moet het aan den lijve ondervinden om te weten hoe het is. Joden moeten altijd en overal op het ergste zijn voorbereid, dat is hun lot. Si vis pacem, para bellum, haalt hij een oude Romeinse wijsheid aan.
Laatst deed Dilan Yeşilgöz hetzelfde, toen ze het over de Russische dreiging had. Als je vrede wil, bereid je dan voor op de oorlog. Het is waarom ReArm Europe in stelling is gebracht. Alleen door je te bewapenen kun je in vrede blijven leven.
Over jeugdkampen voor joodse kinderen las ik eerder in Wereldschaduw van de Israëlische schrijver Nir Baram. Een van de personages verdient een goed belegde boterham met het organiseren van op dubieuze wijze gefinancierde zomerkampen. Wat daar gebeurt, laat Baram onbenoemd. Een ander personage organiseert met een paar balorige vrienden een wereldwijde staking.
Terug naar het boek van Halfon. Geconfronteerd met het geweld dat de kinderen in het nep-concentratiekamp moeten ondergaan, zegt de kampleider: ‘Dat is allemaal nooit gebeurd.’ Het doet er ook niet toe, vindt hij. ‘Een beetje bloedvergieten kan geen kwaad.’
Het is de taal van mannen (nooit vrouwen) die aan de macht zijn. De taal die we elke dag horen en lezen en zien. In één raid vermoordde het Israëlische leger 400 Palestijnen. Onder hen meer dan 100 kinderen. Het is van een gewetenloosheid en een wreedheid, er valt niet tegenop te schrijven.
Toch blijven we het doen. Zoals fotografen en filmmakers doorgaan met fotograferen en filmen. Het levert documentaires op als Oscarwinnaar No Other Land, over de criminele uithuiszettingen van Palestijnen op de Westoever, en The Bibi Files, over Netanyahu die Palestijnen en Israëliërs in gijzeling houdt om zijn corrupte zelf te redden.
Beide films werden in Israël verboden.
Co-regisseur Hamdan Ballal van No Other Land werd begin deze week door Israëlische militairen opgepakt en mishandeld omdat hij stenen zou hebben gegooid naar Joodse kolonisten die zijn dorp binnenvielen.
Na het zoveelste nachtmerrie-nieuws met bebloede lijkzakken in Gaza riep dichteres Maud Vanhauwaert in De Morgen op tot een genoeg-is-genoeg signaal. Een nationale staking. Een wereldwijde werkonderbreking tegen alle bullebakken. ‘Geen minuut stilte, maar een massale beweging’.
De oproep deed me denken aan die oproep tot staking in Nir Barams Wereldschaduw, die wereldwijd een miljard mensen op de been moest brengen. (Verwacht hier geen spoiler, lees maar zelf hoe het afloopt.)
Een wereldwijde staking. Maar dan in het echt. Het zou wat zijn. Intussen blijven we doorgaan met schrijven, filmen en fotograferen over wat de bullebakken van deze wereld teweegbrengen. Zoals Eduardo Halfon zal blijven schrijven hoe het is om een innerlijk verscheurde jood te zijn.

Still uit The Bibi Files van Alexis Bloom. De documentaire over Benjamin Netanyahu is in Israël verboden.